JACKSON over HONDEN

 

Een bloemlezing uit

"A 1000 DAYS­ IN THE ARCTIC"

 

door

Frederick G. Jackson

 

 

vertaald door

Eris Koops

 

 

In juli 1894 vertrok Frederick G. Jackson uit Londen naar Franz Josefland, dat pas in augus­tus 1873 door de Oostenrijks-Hongaarse expedi­tie met de Tegethoff van Weyprecht en Payer ontdekt was. Op 8 september 1894 richtten zij daar hun basis Elmwood in, waar zij onafge­broken bleven tot 1897, terwijl zij elk jaar met hun bevoorradings­schip de Windward naar Enge­land hadden kunnen terugkeren. Op 17 juni 1896 kregen zij daar bezoek van Fridtjof Nansen en Fredrik Johansen, die per kayak van hun expeditie naar de noordpool terugkeerden. We zullen onder meer kennis maken met de honden, die hier niet alleen als sledehonden, maar ook als jacht- en waakhonden werden gebruikt.

 

augustus 1996

Eris Koops


 

De bekende arctische navigator B. Leigh-Smith bezocht in 1880 en 1881 Franz-Josef­land, en zette de ontdekkingstochten van Payer in westelijke richting voort, en deed daarbij voortreffe- lijk werk. Ik kan getuigen van de nauw­keurig­heid van zijn kaarten en waarnemingen. Bij zijn tweede bezoek ging hun schip verloren, en konden ze zich de volgende zomer ternauwernood via Novaya Zemlya in veiligheid brengen.

Eind 1892 maakte ik voor het eerst mijn plannen bekend, en gelukkig met instemming van de arctische autoriteiten. Bijgevolg besloot ik in 1893 een reis naar de straat van Yugor te onderne­men, teneinde het ei­land Waigatz te onderzoeken en de Grote Toendra ten zuiden daarvan, en tegelijker­tijd de uitrusting te beproeven die ik van plan was mee te nemen op m'n expeditie naar Franz Josef­land. Op deze reis strekte mijn omzwervingen zich uit rond de Witte Zee en door Lapland, zodat ik in staat was wat van de technieken van de Lappen te leren ken­nen, in aanvulling op die van de Samojeden, met wie ik reeds op reis geweest was. Op deze reis geraakte ik vertrouwd met het gebruik van rendieren als trekdieren, en tevens met de geharde russische ponies, die ons zulke grote diensten hebben bewezen op de expeditie naar Franz Josefland. De in­spanningen voor deze reis hebben zich dub­bel en dwars terugbetaald door de ontdek­king van deze paardjes. Ponies kunnen met veel succes bij het arctisch onderzoek worden ingezet, en ik ben meer dan tevreden met de resultaten van m'n experimenten.

In Archangel kreeg ik het telegram dat de hr Alfred Harmsworth bereid was de noodzakelijke fondsen voor m'n voorgestelde expeditie te verschaffen. Na mijn terugkeer naar Londen werd de Windward aangekocht en verbouwd; een blokhut vervaardigd en als proef opgezet in Archangel, en bontkleding aangeschaft. Hiervoor ben ik veel dank verschuldigd aan de hr Henry Cooke, vice consul aldaar. Sleden, ski's en nog meer bontkleding werd voor ons in Noorwegen aangeschaft door de hr Alexander Nansen, de broer van de ontdekkingsreiziger.

Onze groep bestond uit 8 man, die geen van allen arctische ervaring hadden: Albert Armitage, Reginald Koettlitz, Harry Fisher, Josiah Child, H.Dunsford, John Heyward, K.Blomkvist en S.Burgess. Dinsdag 12 juli 1894 scheepten we in, en voeren de Theems af.

 

Zaterdag 11 aug

Om half vijf 's middags kregen we het eiland Waigatz in zicht. Rond zes uur bereikten we de monding van de straat van Yugor. Een grote hoop stenen met een staf er in is een goed baken bij het binnenlopen. We gingen op halve kracht verder waarbij we dikwijls peilden. Tegen achten kwamen we aan bij het dorpje Kharborova, een Samojeedse nederzetting. Ik ging met de gehele landingsploeg van boord. Hier trof ik Räwing, een duitser, aan. Deze was door de hr Wardroper gestuurd, met 30 ostiak- en samojedenhonden. Zij waren hier twee dagen voor de overeenge­komen datum gearriveerd, en wachtten onze aankomst af. Hij was met 33 honden vertrokken, maar twee waren er aan iets als hondsdolheid gestorven, en één was weggelopen.

Het waren in meerderheid ostiak-honden van uiteenlopende verschijning; sommigen stevig gebouwde dieren met zware beenderen, met een gewicht van 22 tot ruim 30 kg, anderen langbenig en wolfachtig in voorkomen. De kleuren variëren van grijs tot zeer donker bruin. Ze hebben allemaal een dikke vacht en opstaande oren en zijn wolfachtig van aard, in het byzonder zoals ze met elkaar omgaan. Anderzijds zouden de samojeden­honden geheel wit moeten zijn met uitzondering van de neus, de pluimstaart gekruld over de rug en de oren overeind. Hun gewicht loopt uiteen van 20 tot 27 kg. Wat uiterlijk betreft lijken ze een soort grote keeshonden.

 

 

Het grootste probleem wat ik met ze had, was hun neiging elkaar af te maken. Een hond die in ongenade valt wordt door de honden gemeenschap uitgestoten. Eén van hen zoekt dan ruzie met hem, waarbij hij gemeenlijk het onderspit moet delven, daar eerlijk spel bij deze honden, net als bij sommige mensen, onbekend is. Daarna stort de hele meute zich op hem en wordt hij in stukken gescheurd. Het is heel opmerkelijk hoe een hond "gemerkt" wordt, een feit waar hij zich volledig bewust van moet zijn. In zijn aanwezigheid spitsen de anderen de oren en drukken door hun houding uit: hier is de hond, kom laten we hem doden! Ik heb meer honden verloren door deze onaangename eigen­schap, dan door welke andere oorzaak dan ook, waartegen de meest rigide voorzorgsmaatregelen als muilkorven en aan de ketting leggen, geen zekerheid boden. In feite waren hun hondse neigingen een niet aflatende bron van zorg, en iedere morgen was ik opgelucht dat er 's nachts geen hond was losgebroken, en zo de oorzaak van conflicten en doden was geworden. Daarente­gen gedroegen ze zich keurig tegenover mensen, zelfs soms wat nerveus en verlegen. Hoewel het onvoorspelbaar was of ze meteen zouden komen als ze geroepen werden, of iedere opdracht volstrekt zouden negeren.

Ik ging er op uit om 500 kg rendiervlees te verkrijgen, wat nogal moeilijk bleek, omdat het nog wat vroeg was voor rendiervlees. Ik vindt echter een Samojeed bereid ons van 500 kg vers vlees te voorzien, voor een bedrag van 60 roebel; dat is duur. Räwing vertelt me via een tolk een lang verhaal van de moeite en onkosten die hij zich heeft moeten getroosten om hier te komen....

 

 

zondag 12 aug

De dokter las op mijn verzoek om 10 uur voor de bemanning uit de bijbel. Daarna gingen we allemaal aan land, om planten en stenen te zoeken, te fotograferen, en om de honden voor een rendierslee te proberen. Voor degenen die zich het honde-mennen voorstellen zoals het in de jongensboeken beschreven is: een Eskimo die op de slee zit met een lange zweep in z'n hand en die zonder inspanning met een vaart van 15 tot 20 km/h door 6 of 8 gewillige honden wordt voortgetrokken, bleek deze eerste ervaring met hondesleden een onplezierige verrassing. Het beeld veranderde in een omwillige, huilende en bijtende meute, hun lijnen door elkaar in een onontwarbare kluwen. De verhitte voerman die er geërgerd naast loopt, tracht tevergeefs z'n strijdende team te scheiden, en hun aandacht te richten op het werk.

Ik heb vernomen dat het bestelde vlees niet leverbaar is, omdat de Samojeden weggetrokken zijn naar Waigatz eiland. Later op de dag wordt echter ander vlees toegezegd, en dat zal morgen­ochtend vroeg aan boord gebracht kunnen worden, zeggen ze. Ik ben er erg op gebrand een goed begin te maken met verse voorraden, Het is de hele dag erg mistig. De dag verder doorge­bracht met wat handel met de Samojeden, en wat van hun zeden en gewoonten gezien....

 

woensdag 15 aug

.... Ik droeg Räwing op alle honden aan boord te brengen, 15 werden op het achterdek vastgelegd, en 15 op het voordek. Ik gaf hem een getuigschrift, een geweer, driehonderd patronen, koffie, thee, een pak biscuits, blikken vlees en boter en 15 roebel. Hij was er erg blij mee, en gaf mij een boek van Drontheim, over z'n reis vorig jaar met de honden van Nansen naar Yugor.

Ik gaf alle Russische boeren en Samojeden cadeautjes en provisie, en dronk thee met ze op het schip. Aan Iwan Berzo­mov, die me vorig jaar op m'n reis vergezelde, bood ik een geweer en 350 patronen aan. Ik kreeg er een heleboel kleine cadeautjes voor terug, zoals eend en vis. Ik verkreeg twee sleden, een aantal samojeden-artikelen en twee samojedenteven, die mijn meute op Franz-Josefeiland zouden ondersteunen. Ik vertelde Berzomov dat de hr Popham naar de boot zou vragen die hij me ter beschikking had gesteld, en die veilig onder zijn hoede was. Zowel de Russen als de Samojeden waren erg aardig, en schenen blij te zijn mij weer te zien.

 

Op dinsdag 13 september loopt het schip vast in het ijs bij Kaap Flora. Het ziet er naar uit dat ze hier niet meer wegkomen, en men begint voorraden aan wal te brengen. Het wordt steeds moeilijker om met boten tussen de ijsschotsen door te komen. Langzamerhand vriest de baai dicht.

 

zaterdag 15 sept

.... Om 4 uur moesten we met het werk stoppen ten gevolge van de sneeuw en de bitter koude wind. Toen we naar het schip probeerden terug te keren, door over de schotsen te lopen omdat de boot niet meer door het plakkerige zee-ijs te bewegen was, brak het onder mij en zakte ik er tot m'n middel in; het was behoorlijk koud. Dankzij de opmerkzaamheid en snelle reactie van Child kwam ik er echter zonder veel problemen uit, doordat hij me een stuk hout toestak. Eerder op de dag zakte een van de ostiak honden door een dunne ijslaag, en ik moest hem redden door een groot stuk hout voor me uit te schuiven als houvast voor het geval ik er ook door zou zakken. Met wat moeite trok ik hem er uit. Deze honden blijken nauwelijks acht te slaan op het verschil tussen veilig en gevaarlijk ijs, iets wat je niet zou verwachten....

 

zondag 16 sept

.... We vonden het ijs vandaag sterker, en we proberen niet eens een boot er door te krijgen, daar is geen sprake van. Alle honden mochten vandaag aan land. Ze maakten gebruik van hun vrijheid om een ongelukkig dier af te zonderen en hem flink te grazen te nemen. Ik hem hem weer aan boord laten brengen, en de dokter heeft hem gehecht en hem in de gaten gehouden, maar hij stierf later in de avond....

 

woensdag 19 sept

.... Toen we het schip naderden zagen we dat er een berenjacht in volle gang was, omdat een beer, aangetrokken door de honden, bij het schip was gekomen in de hoop er een te ver­schalken. Zo eindigden zijn dagen, en werd hij toegevoegd aan onze spekvoorraad....

 

zondag 14 okt

.... Carlo, de grote retriever die ik in Engeland gekocht had, heeft vandaag een ostiak-hond gedood. Ik zal de dode hond een paar dagen om z'n nek binden, om te proberen of dat hem van het vechten af zal houden. Aframmelingen hebben geen effect bij hem. Hij is altijd erg vechtlustig geweest en laat nooit een kans voorbij gaan op een knokpartij met een hond die de uitdaging aan gaat, wat voor die andere hond altijd te betreuren is. Hij loopt tussen de sledehonden door met de air van een Brit in het buitenland en de ierse houding van: wie durft er een vinger naar m'n vacht uit te steken?

 

vrijdag 14 dec

.... Child is bezig de 16 brieven die ik voor Nansen en zijn ploeg heb in een blikken doos te solderen. Dat zal ze tegen beschadi­ging beschermen en mij in staat stellen ze op de slee mee te nemen, want er is een kans van één op duizend dat ik ze ergens zal ontmoeten als we onderweg zijn.

Ik heb een muilkorf voor Carlo de retriever gemaakt, die hij bijvoorkeur schuin over z'n linkeroog draagt, wat hem een sterke gelijkenis met Bill Sykes verleent. Anderzijds zou hij al z'n tijd aan vechten besteden als we hem z'n gang laten gaan, en weldra alle honden hier gedood hebben. Hij is de enige vertegenwoordi­ger van de criminele klasse hier, en de schrik van de bemanning van de Windward.

 

maandag 17 dec

.... Onze honden zijn een grote bron van vermaak. Ik laat er elke dag drie of vier los uit het hondenhuis, en hun voorgangers worden dan weer vastgelegd. Zo krijgen alle honden op hun beurt een dag de vrijheid. Naast de honden die regelmatig vrij zijn, zijn er nog de drie pups, de negen maanden oude hond Yugor, die ik bij de Straat van Yugor als geschenk voor mevrouw Harmsworth gekocht heb, en mijn beren-hond, die altijd los lopen en dikwijls in huis rond de haard te vinden zijn.

Ik durf niet alle honden tegelijk los te laten omdat ze bij een voldoende aantal de onplezierige gewoonte hebben er één op de korrel te nemen en de ongelukkige om te brengen. Ze hebben er één gedood voor ik de gelegenheid had het honde-huis te bouwen, en Carlo nam er één op eigen gelegenheid te grazen.

Tot heden doen ze het uitstekend, en zijn vrij van ziektes. Ze gedijen goed op Spratt's biscuits, die ze gedurende drie maanden vrijwel uitsluitend gegeten hebben, maar ik zal hun dieet weldra uitbreiden met berenvlees, zodra ik genoeg heb voor onszelf en voor hun. De vier pony's krijgen elke dag oefening als het weer niet al te slecht is. Ze zien er goed uit en hun vacht is nu dik en lang.

 

vrijdag 21 dec 1894

Er stond berenlever op het menu, wat de mannen niet goed bekomt.

.... Child moest twee keer overgeven en voelde zich tot de avond niet lekker. De dokter is de hele dag erg onwel geweest, net als Maxim. Fisher, die maar een klein stukje lever gegeten had, herstelde spoedig. We zijn het er nu hartgrondig over eens dat berelever gewoon vergiftig is.... De dokter heeft er geen verkla­ring voor. Hij heeft de byzonderheden van alle patiënten genoteerd, en op mijn verzoek wat van de lever op sterk water gezet, om in London te laten analyseren. Ik vroeg hem ook om wat aan één van de honden te voeren, maar Kane zegt in zijn boek dat het geen effect op honden heeft....

 

woensdag 23 jan 1895

Vandaag ging ik om half één met de honden uit wandelen op het zee-ijs. Zo'n anderhalve mijl ten westen van het schip kruiste een beer ons pad, en ik stuurde de honden op hem af, en haastte me naar het schip om m'n geweer te pakken. De bemanning hoorde de honden blaffen omdat de beer naar de kust probeerde te ontkomen, en luidden de scheepsbel, niet wetend dat ik al op het ijs was. Armitage en Dunsford kwamen me al met geweren tegemoet. De beer had het land bereikt, en beklom het talud onder de rotsen van Kaap Flora. Na een heel stuk rennen klauterde ik de steile helling op en naderde hem tot 50 meter, maar toen ontsnapte hij tussen de rotsen naar het westen, en omdat het erg schemerig was, was ik bang om een hond te raken dus zag ik er van af om te schieten, in de hoop hem dichter te kunnen benaderen. Hij maakte zich echter uit de voeten naar de ijs-hellingen, en ik heb hem nooit meer terug gezien. Nadat ik zo snel mogelijk weer afgedaald was, hoorde ik de honden in de verte blaffen bij de gletscher. Ook deze daalde ik grotendeels af, maar het geblaf was verstomd voor ik de plek bereikte. De rest van de ploeg was naar de hut terugge­keerd. Het was zo scheme­rig en nevelig op de gletscher, dat je het ijs onder je voeten niet kon zien, en de wind maakte het horen van geblaf onmogelijk. Ik stopte om met m'n fluitje te proberen de honden terug te roepen. Er keerden er maar twee terug, Beauty en Jinnie, hoewel ik een half uur heb staan wachten. Het was zinloos om ze nu in duisternis en mist te gaan zoeken, de richting die ze gekozen hadden was onbekend en het was onder deze omstandigheden te gevaarlijk op de gletscher. Nadat ik in de hut wat gegeten had ging ik samen met Fisher en de dokter weer in westelijke richting zoeken naar de vier andere honden, Räwing, Nimrod, Sammie en Sallie. 's Avonds om 11 uur waren ze nog niet terug, dus heb ik voor morgen vijf opsporingsploegen aangewezen, als ze dan nog niet terug zijn. Ik maak me zorgen om hen.

 

donderdag 24 jan

Vijf ploegen, voorzien van geweren en fluiten, uitgezonden in verschillende richtingen, om de ontbrekende honden te zoe­ken.... Weer bij de hut vonden we dat allen zonder resultaat waren teruggekomen.

 

vrijdag 25 jan

Er waait een storm met een temperatuur van 32° onder nul. Het is te zwaar weer om mensen er op uit te sturen. Het is slecht weer voor onze honden, maar de wind blaast uit het noorden, dus als ze in die richting uitgezworven zijn, worden ze nu mischien naar het zuiden gedreven, omdat alle dieren de neiging hebben in zwaar weer hun rug naar de wind te keren. Net voor de middag ging ik op de gletscher kijken, maar ik kon geen spoor van de honden vinden. De wind en de koude (meer dan 35° onder nul) waren een beproeving. De wind blies door m'n kleren heen, en bevroor de binnenkant van m'n rechter dijbeen, zodat ik moest stoppen om die te wrijven. Dat veroorzaakte een gevoel als van gloeiende kolen. Het fluitje vroor aan m'n lippen vast, en het koste me een minuut om het weer los te maken, waarbij een blaar achterbleef....

 

zaterdag 26 jan

....Ik ben bang dat het met onze honden gedaan is in dit vijandi­ge weer, zonder voedsel. Toch heb ik de hoop op hun terugkeer nog niet opgegeven, omdat ze op de expeditie van Nares voor veel langere periodes weg waren, maar in veel minder zwaar weer....

 

Op zondag 27 januari besluit men een ankerlicht op het dak van de hut te ontsteken, om zo de aandacht van de honden te trekken.

 

maandag 28 jan

Ik werd vanmorgen om 6 uur gewekt met het nieuws dat dat de honden terug waren, en ik stond op om ze te verwelkomen. Ze waren er allemaal, op Nimrod na. De andere drie zijn erg mager en hongerig, maar anderzijds in orde en redelijk levendig en sterk. Ik kan niet zeggen of Nimrod door een beer gedood is of door z'n metgezellen is opgegeten. Ik laat in ieder geval de lamp op het dak nog branden om z'n aandacht te trekken voor het geval hij nog in het land der levenden verkeert. Het lijkt me zeer waarschijnlijk dat die de anderen ook teruggebracht heeft. Ik heb vanmiddag m'n gebruikelijke wandelingetje met de honden gemaakt om een beer te zoeken. Honden en beren houden ons op verschillende manieren nogal bezig.Ik heb verse berensporen gezien voorbij Berenhoek.

 

Bij een van de berenjachten is een berenjong buitgemaakt, dat door de mannen geadopteerd en met de fles grootgebracht wordt. Op vrijdag 8 maart, terwijl het bevoorradingsschip er is, schrijft Jackson aan alle bemanningsleden een brief dat ze moeten beslissen of ze naar huis gaan, of willen blijven.

 

zaterdag 9 Maart

Ik kreeg om 11 uur van ieder expeditielid een brief met de wens hun lidmaatschap te continuëren, en hier te blijven....

De jonge beer heeft vandaag wat berenvlees gegeten en de schotel verrukt afgelikt. Ze ontwikkelt zich snel en kan al flink bijten. Ze heeft Armitage vanmorgen bij z'n been gegrepen. Ze klautert de hele hut rond, en blijft geen minuut in d'r doos liggen als ze niet aangelijnd wordt....

De jonge beer had het op Jinnie's pups gemunt, tijdens haar afwezigheid vannacht. Ze had haar voorlijf al in hun box gewurmd voor we er erg in hadden, en maakte aanstalten om ze te bijten, waarop ze begonnen te krijsen. Een paar minuten later heropende ze de jacht op de wijze van haar voorouders, en was heel boos toen ze opnieuw onderbroken werd....

 

zondag 10 mrt

We zijn al een hele tijd bezig om een eerste reis in noordelijke richting voor te bereiden. Als het eind van de donkere periode in zicht komt ontstaat er ineens een koortsachtige drukte in onze kleine gemeenschap. De hut staat vol met allerlei uitrustingstuk­ken en sledes die binnenge­bracht zijn om te bepakken. En overal liggen bergen rantsoenen die afgewogen moeten worden. We zijn de gehele winter bezig geweest met deze sledetocht, omdat er zoveel afhangt van een zorgvuldige voorbereiding. Gewicht en volume zijn van het grootste belang, en het is wonderlijk hoe het gewicht zich ons voor ons vermenigvuldigt, zodat we de uiterste zorg moeten betrachten om alleen de meest noodzakelij­ke en onmisbare artikelen mee te nemen, en het voedsel in zo kleine porties per dag te rantsoeneren dat het de mannen nog net gezond houdt. Er is een vermakelijke anecdote over een gere­nommeerde poolreiziger, die naar men zegt in z'n hut werd aangetroffen bij het wegen van een zakdoek, en overwoog of hij die wel of niet mee zou nemen op de slee! Maar alleen met veel aandacht voor het gewicht kunnen goede resultaten behaald worden, zoals voornoemde ontdekkingreiziger ons demonstreer­de.

Ik had één van m'n sledes op dezelfde wijze gebouwd als die van admiraal McClintock, die zo vriendelijk was mij een model ter beschikking te stellen. Hij is practisch de vader van het sledegebeuren, en zijn sledes betekenden net zo'n vooruitgang ten opzichte van die van z'n voorgangers, als het moderne Lee-Metford geweer ten opzichte van de oude Snider.

De meeste van m'n sleden waren 2m90 lang en 45cm breed. Het bed van de slee lag 15cm boven de 9cm brede skivormige glijders. Ze waren gemaakt van essenhout en droog wogen ze ongeveer 7,25kg. Deze waren in Noorwegen gebouwd. Ik had er een paar 4m10 lang gemaakt, maar ik vond dat de grotere lengte een zwak punt was, en heb ze na de eerste lente afge­dankt. De handigste was er echter een van 3m50 lang, gebouwd van essen, met een gewicht van 10,5 kg. Er werden bij de constructie spijkers noch pennen gebruikt, maar de delen werden met ongelooid leer samengebonden om ze soepel en veerkrachtig te maken. Ze hielden zich voortreffelijk, en gingen niet alleen de hele Franz-Josefland expeditie mee, maar ook de reis die ik van 1893 tot 1894 naar Waigatz en de Grote Toendra maakte. Bij de aanvang van de tocht werden ze met grote zorg opgela­den, een taak die ik altijd zelf op me nam. Ik laadde nooit meer dan 150kg op een slee, na de eerste lente, om ze zo tamelijk licht te houden, met minder kans op breuk, en een betere hanteerbaar­heid in heuvelig ijs en diepe zachte sneeuw....

 

zondag 10 maart gaan ze voor 7 dagen op pad

Vanmorgen om 10u40 uit Kaap Flora vertrokken met twee ponies die vier sleden trekken met een totaalgewicht van circa 750kg, waaronder 70 kg proviand voor een depot (14 dagen rantsoen voor 5 man) en 325kg hooi en haver (om twee paarden twee maanden te voeden). Verder voor 7 dagen voedsel en uitrusting voor drie mannen en twee ponies. Ik leidde de voorste pony, Blackie, met twee sleden. Daarachter kwamen Armitage en Blomkvist met een roodbruine pony en twee sleden met de afstandsmeter die ik in Londen had geconstrueerd. Deze functio­neerde niet, wat te wijten was aan gebrek aan vakman­schap....

Om 18u15 sloegen we ons kamp op ten noordwesten van Northbrook eiland. We zetten de ponies met halsters vast aan een ijsblok en kluisterden ze. Onze twee honden Räwing en Beauty werden vastgezet aan een pen die we in de sneeuw geslagen hadden in de nabijheid van de ponies. We hadden deze honden meegenomen om ons te waarschuwen in het geval een beer ons kamp mocht naderen.De ponies werden voorzien van paarde-belletjes....

Toen we de plek bereikten waar ik wilde kamperen, was de eerste zorg voor de dieren. De ponies werden losgemaakt van de sleden, en kregen hun gewatteerde dekens om. Ze werden met halsters aan een ijsblok vastgezet, gekluisterd en kregen te eten. De honden werden als uitkijkposten uitgezet, om ons te waar­schuwen voor de nadering van beren, en kregen elk hun pond vlees. Daarna gingen wij onze tent opzetten....

 

zaterdag 22 mrt

Na de eerste sledereis maken de mannen nog twee berebabies buit

....We voeden de nieuwkomers met vleesextract, we kunnen het ons niet veroorloven drie beren met gecondenseerde melk te voeden. We hebben nu drie beren, zes puppies en een teef met ons achten in dezelfde kamer van 3m70 bij 4 meter. 't Is een mooi huishouden!...

vrijdag 16 aug

....In de nacht hoorden we plotseling herrie, ik ging naar buiten en vond Carlo en Räwing bezig om Growler te vermoorden, waarbij de meute om het hardst probeerde het ongelukkige dier te bijten. Ik redde hem ten koste van drie beten in m'n linker­hand. Growler is hevig toege­takeld, en ik vrees voor z'n leven. Deze samojeden en ostiak-honden zijn weinig beter dan wolven, en weldra zal alleen de sterkste hond, of die met het meeste geluk, nog over zijn. Ze hebben een lafhartige gewoonte om een enkele hond aan te vallen en hem toe te takelen tot de dood er op volgt. Al onze verliezen, op twee na, zijn hier aan te wijten, en het schijnt onmogelijk om het te stoppen.

 

zondag 18 aug

....Growler stierf vandaag aan de verwondingen die hem twee nachten geleden door Carlo en Räwing zijn toegebracht. Carlo en Räwing zijn doodsvijanden, maar een moord is zo aantrekke­lijk en hun smaak op dit gebied zo overeenstemmend, dat ze voor deze gelegenheid de handen ineen geslagen hebben. Hun gelijkgerichtheid maakte hen in dit geval wonderbaarlijk eendrachtig. Deze honden zijn een verschrikkelijke ergernis....

 

zaterdag 7 sept

....Twee of drie honden zijn losgebroken toen we weg waren, en hebben de arme oude Overcoat gedood. Die werd zo genoemd vanwege z'n overvloedige vacht. Ze zijn een onbe­dwingbare overlast. De gewone engelse kettingen zijn nutteloos om deze honden te weerhouden, elke ketting is tientallen keren gebroken en gerepareerd met dik ijzerdraad.

 

zondag 8 sept

....Mijn kleine samojedenteef Sally heeft vanavond vier pups geworpen....

 

Op dinsdag 29 oktober wordt een aantal honden voor een rendier-slede gespannen, om ze vast te trainen voor komende tochten. Verder blijken er een paar ontsnapt te zijn, waaronder Sally.

 

woensdag 30 okt

Blomkvist melde me vanmorgen dat de bruine merrie hangend in haar halster was gevonden in de stal. Onderzoek leerde me dat dit te wijten was aan de manier waarop die vastgemaakt was, waardoor het touw strak om haar hals gedraaid was. Dit is een verschrikkelijke tegenslag, die ons vermogen om naar het noorden te reizen met éénderde terugbrengt, en ons met twee ponies laat zitten waarvan er één ziek is. We maakten het beste van de omstandigheden, door haar aan onze vleesvoorraad toe te voegen....

Onze honden zijn nog niet teruggekeerd. Ik heb Rags vandaag losgelaten, om te proberen een bere-hond van hem te maken.

 

donderdag 31 okt

Twee van de honden zijn vannacht teruggekeerd, maar Sally mijn kleine samojedenteef is niet meegekomen. Ik ben bang dat een beer haar gedood heeft, of dat ze door blootstelling aan de elementen gestorven is, omdat ze pas uit vacht gegaan is tengevolge van haar nest, waarvoor ik haar ook enige tijd 's nachts in de hut gehouden heb.

De dokter en Fisher hebben een team van zeven honden mee uit genomen om op het zeeijs te oefenen in het besturen van de slee....

 

Begin november lijdt de zwarte ponie nog steeds aan verstop­ping, en is nog niet in staat om te werken.

 

 

dinsdag 10 dec

Er is een beer geschoten, en de huid wordt met een slee naar de hut gebracht, omdat het ijs veel te ruw is om de hele beer naar de hut te brengen.

....We tracteerden onszelf en de beren-honden, behalve Nimrod die op wacht stond, op thee en biscuits, toen Nimrod luid begon te blaffen, wat de nabijheid van een tweede beer deed vermoe­den. Ik verzocht Fisher om Räwing uit te laten, en hij ging met hem naar de deur, maar was binnen twee tellen terug om te vertellen dat de beer voor de deur stond, en een uitval naar Räwing gedaan had zodra ze buiten waren. Ik greep mijn geweer en stoof naar buiten, maar omdat ik van het licht in het donker kwam, en door de dampwolken uit de hut, kon ik eerst niets zien, maar na een seconde of twee kon ik een geelachtig object onderscheiden op een meter of drie, waarvan ik wist dat het een beer moest zijn. Hier schoot ik. Helaas stopte dit hem niet, en hoewel hij gewond was, wat ik uit de bloedsporen kon opmaken, ontkwam hij. Omdat de honden dicht bij hem in de buurt bleven, kon ik geen tweede keer vuren. Hij ging recht door het pakijs richting vlaggemast, en hoewel Armitage en ik ons door duisternis en mist enige afstand door de ijspieken en stuifsneeuw worstelden, kregen we geen tweede kans meer, en op het laatst keerden de honden terug....

Nimrod op berenwacht

 

Nimrod kwam van de berenjacht terug met een wond op z'n romp, en hij zag er uit alsof hij dingen gezien had die hij helemaal niet leuk vond. Het had duidelijk maar een haar gescheeld.

 

dinsdag 31 dec, oudejaarsavond

....Na het diner maakten we een kom melkpunch, en met gezang luidden we stijlvol het oude jaar uit en verwelkomden we het nieuwe. De oude dokter was heel gelukkig, en zong verschillen­de liederen voor ons. We haalden de huidige en toekomstige berenhonden binnen en lieten hen ook van de punch proeven, om onze poolfamiliekring te completeren. De arme Jinnie is niet komen opdagen, en ik vrees dat er weinig kans is dat ze alsnog komt. Geen twijfel of de beer heeft haar gedood. Allebei m'n kleine teefjes zijn weg, de moeders van alle pups en van onze toekomstige sledeteams. Die arme kleine Jinnie was zo dol op me, en leek alleen gelukkig als ze me op de hielen volgde of aan m'n voeten zat. Ze was een berenhond van formaat gewor­den, en was heel scherpzinnig. Ik mis haar heel erg, arme kleine hond.

 

woensdag 1 januari 1896

....Heyward heeft permissie om Charlie, een rakker in nogal slechte conditie, waarvoor hij een tijdelijke affectie heeft, in de keuken te houden gedurende het slechte weer. Charles moest uit de kennel verwijderd worden omdat de andere honden hem probeerden op te eten, en werd buiten vastgezet om z'n hachje te redden. Heyward loopt op z'n eigen wijze met deze hond rond, en voortdurende piepende en huilende geluidjes geven z'n voortgang door de keuken aan. De hond probeert af en toe te ontglippen naar de huiskamer, maar Heyward sleurt hem onmiddelijk terug en het gepiep begint opnieuw. Charles begint ontmoedigd te raken....

 

dinsdag 7 jan

....Ik heb twee van de berenhonden, de twee die nog over zijn, Räwing en Nimrod, en de kleine teef Gladys, die ik aan Armi­tage gegeven heb om hem te troosten voor het verlies van Sammie, in de hut gehaald, waar ik ze zal houden tot het weer minder zwaar wordt. Op het moment zou zelfs een arctische duivel het buiten nog niet uithouden!....

Juist voor de storm begon hoorden we twee honden, Daisy en Pongo, boven aan het talud keffen, waar ze op geklommen waren, en angst hadden om weer af te dalen. Hun geblaf trok de jonge pups aan die net uit de stal gelaten waren, en deze schaarden zich bij hen, voor we ze konden tegenhouden. Dat is heel vervelend! Ze maken er, ben ik bang, slechte tijden door, maar we kunnen zeker geen poging ondernemen om ze weer naar beneden te krijgen voor het weer beter is geworden.

 

woensdag 8 jan

De storm heeft de hele dag geblazen met windkracht 10. De temperatuur bleef de hele dag zo'n 37° onder nul.

Ik heb alle honden die in vrijheid waren buiten de kennel vandaag in onze hut gehouden, en het was behoorlijk vol met mensen en honden....Onze huiskamer ruikt een beetje honds, en met al die mannen, honden, berenblubber en petroleum is de atmosfeer niet zo helder als men zou wensen. Zodra de storm gaat liggen zullen de omstandigheden spoedig verbeteren.

 

vrijdag 10 jan

....Om 11 uur ging de dokter even de hut uit, en kwam terug om opgewekt te vertellen dat de storm over was; Child kwam een ogenblik later binnen en vertelde dat hij een hond kon horen keffen bovenaan het talud. Omdat ik geen moment wilde verliezen, nu het weer ons in staat stelde een poging te onderne­men om de arme beesten te redden, riep ik Blomkvist, omdat hij de beste en kranigste klimmer was, om met me mee te komen om ze naar beneden proberen te krijgen. We waren nog geen 100 meter van de hut, of de wind stak alweer op, krachtig blazend uit het noord-westen, en een dikke mist meevoerend, en omdat de temperatuur tot -40°C was gezakt blies de kou dwars door ons heen. Toch wilde ik niet teruggaan nu we eenmaal op weg waren. Door middel van onze klimijzers en ijsbijlen slaagden we er in, na een klim van twee uur, om boven de eerste laag rotsen te komen, een hoogte van 180 meter, door treden te hakken in de harde ijzige sneeuw. De duisternis en dikke mist, en een helling van 45°, om nog maar niet te spreken van de koude en de wind, maakte onze klim buitengewoon onaangenaam, omdat één misstap een zekere val betekende. En ik begon me een dwaas te voelen dat ik dit risico genomen had voor een hond, mischien twee honden, en in 't byzonder dat ik Blomkvist dit risico ook liet nemen; maar het benauwde gekef leidde ons voort. We ontdekten spoedig dat de gestrande dieren ongeveer de slechtste plek op de hele kaap hadden uitgekozen om zich te verschansen, namelijk bovenaan een ijsgeul die tussen de rotsen doorliep tot aan de top van de ijskap, zo'n 400 meter boven zeeniveau. We konden aan hun gehuil horen dat ze bovenaan deze geul zaten. Toen we de top naderden begon een tweede hond te keffen, twee van de vijf waren dus nog in leven. De kleinere pups waren ongetwijfeld dood, door uitputting of omdat ze door hun grotere metgezellen opgegeten waren. Toen we op ongeveer 18 meter onder de top waren vond ik dat het volslagen onmogelijk was nog één voet hoger te komen. Zelfs de harde sneeuw had plaatsgemaakt voor hard compact ijs, en de helling was toegenomen tot 60°. Onze klimijzers vonden er geen steun, en met onze bijlen konden we er in het donker alleen maar onregelmatige splinters uitslaan, wat zeer onbe­trouwbare treden opleverde. Het zou een zekere val betekenen als we nog verder probeerden te komen. Hoe de honden daar gekomen zijn is een raadsel, en ik kan alleen bedenken dat er toen een laag zachte sneeuw geweest moet zijn die houvast bood, en die sindsdien door de storm is weggeblazen. Er is mischien een makkelijker weg naar boven, die we nu door de mist en de duisternis niet kunnen zien.

Met tegenzin begonnen we aan de afdaling, wat heel wat lastiger was dan de klim naar boven, en die ons bijna drie uur koste. We voelden ons als vliegen op vensterglas, met onder ons een zwarte afgrond, waar een misstap ons in zou doen belanden....

 

zondag 12 jan

....De beide berenhonden plus Charley en Gladys hebben dag en nacht in het huis doorgebracht gedurende het hele slechte weer. Vandaag zijn ze weer buiten gezet om hun normale werk te doen, het uitkijken naar beren. 's Avonds om 11 uur hoorden we een zacht gehuil buiten de hut, en toen Fisher naar buiten ging om vast te stellen van welke hond dat kwam, vond hij tot onze verrassing en opluchting dat Daisy en Pongo ten slotte moed hadden gevat, en van hun vesting boven aan de helling naar beneden waren gekomen. Zodra ze dat geprobeerd zouden hebben, zouden ze zonder problemen beneden aangekomen zijn, omdat ze het grootste deel naar beneden gegleden zouden zijn, of ze dat nu wilden of niet. Ze zagen er heel mager en zwak uit, maar erg levendig, en ze aten uitgehongerd wat vlees uit blik op dat ik ze gaf. Ik gaf elk ongeveer een pond om mee te beginnen, hoewel ik geloof dat ze tien keer zoveel ook opgegeten zouden hebben; maar ik stelde verdere voeding nog een uur of twee uit. Dit was hun tiende dag zonder voedsel, terwijl ze blootgesteld waren aan de meest vijandige weersomstandigheden, ik kan wel zeggen, die ooit geregistreerd zijn. Het zijn twee samojeden­pups uit het nest van Jinnie, en nog geen jaar oud. De levenskracht van deze poolhonden blijkt wonderbaarlijk

te zijn....

 

 

 

maandag 13 jan

....Om half twee vanmiddag wierp Daisy drie pups, waarvan er één dood was. Deze geboorte is prematuur, en waarschijnlijk veroorzaakt door de ontberingen en de glijpartij van afgelopen nacht.

 

dinsdag 14 jan

....Eén van daisy's pups is vannacht overleden, aangezien ze geen melk heeft. Child heeft zich opgeworpen als pleegmoeder voor de enige overblijvende, en probeert hem te voeden.

 

woensdag 15 jan

Even voor 8 uur werd ik gewekt door Nimrod, die in z'n eigen taal riep: "een beer!". Heyward en Armitage, die net naar buiten waren gegaan kwamen me vertellen dat Räwing op het zeeijs stond te blaffen, dus liet ik Nimrod gaan om hem bij te staan.

 

De beer bevindt zich op te dun ijs, om hem te benaderen en de mannen gaan terug naar de hut, in de hoop dat de honden ze door middel van een tactische terugtocht naar de hut zullen lokken. Zo worden even later drie beren geschoten. In de maag van de grootste beer treffen ze een stukje papier met een noorse tekst aan, waarbij ze onmiddelijk aan Nansen denken, maar het blijkt een etiket van een van hun eigen blikken boter te zijn.

 

....Na het villen namen we een glas port om deze gedenkwaardi­ge dag te vieren. De berenhonden Nimrod en Räwing werden in de hut onthaald op allerlei lekkernijen. Eerst­genoemde had de jacht op het nippertje overleefd, en had een lelijke beet in z'n linkervoor­poot. Hij strompeld nu rond met z'n verbonden poot opgeheven, en speelt z'n rol als gewonde held.

 

maandag 27 jan

....Räwing heeft een groot gat in onze buitendeur geknaagd, met het doel een comfortabel verblijf voor zichzelf te scheppen binnen onze hut. Omdat dit de derde deur is die hij op deze manier behandelt, werd z'n onderneming vandaag beloond met een pak slaag om hem van verdere destructieve daden te weerhouden. Hij keek me naderhand aan met een blik, alsof hij mij een heel vreemd persoon vond, maar betreurde dat mijn excentriciteit zo'n onaangename vorm moest aannemen. Hij gaf er geen zier om....

 

 

vrijdag 31 jan

....Rond zes uur vanmiddag kwam Blomkvist vertellen dat Rags en Pincher zich samen op Punch gestort hadden in het honde­huis, en hem ernstig verwond hadden. Ik heb hem onderzocht en in de hut gebracht, waar we een wond in z'n buik vonden, waarin een gebroken zwevende rib te zien was, en een deel van de lever door naar buiten stak. De dokter heeft hem gehecht, ik ik gaf hem een injectie met alcohol, omdat de hond een zware shock had. Later kreeg hij nog twee morfine-injecties, omdat hij veel pijn scheen te hebben. Daarna viel hij in slaap. Hij zou er bovenop kunnen komen, hoewel de dokter zegt dat een mens het niet zou redden. Hij blijft in de hut tot hij sterft, of weer hersteld is.

 

zaterdag 1 feb

De arme Punch is in de vroege ochtend overleden.

....Om tien voor half acht hoorden we geblaf, Armitage en ik grepen onze geweren en gingen op de vermoedelijke beer af. Het was wel erg donker, de lucht betrokken, en de sneeuw werd door een ferme bries voortgedreven. Vlak bij hut nr 1 vonden we Räwing blaffend tegen een beer, die rondsprong en uitvallen naar hem deed. We naderden hem binnen vijf meter voor we konden uitmaken of het een koe, een ezel of een beer was. Het was zo donker, dat ik zelfs op zo'n korte afstand z'n kop niet kon onderscheiden. Op deze afstand vuurden we beiden, nadat we, zoals altijd, eerst gekeken hadden of de hond buiten het schoots­veld was. De beer rolde om, maar herstelde zich binnen 5 seconden en ontkwam naar het zeeijs. Ik zag er van af hem de inhoud van mijn linkerloop na te zenden, omdat ik niet wist waar Räwing uithing en bang was de hond te schieten. Omdat ik hem niet hoorde blaffen keek ik rond, en ontdekte dat er een droevig ongeval had plaatsgevonden. Een kogel van mij of van Armitage had de beer doorboord en de hond in de borst geraakt, en hij lag krimpend van de pijn op de grond. Armitage maakte gebruik van het Government .303 geweer, en ik van m'n .405 Express. De aard en de kleine afmeting van de wond doet denken aan de kleine .303 kogel. Zelfs als dat zo is, treft niemand in het byzonder schuld, en het is een wonder dat zo'n ongeluk al niet eerder gebeurd is, met honden die in 't rond springen en duiken, en geweren met zo'n geweldig doordringend vermogen als de Lee-Metford die we gebruiken. In nam de arme duivel op en droeg hem de hut binnen, en bekommerde me niet meer om de beer. De dokter probeerde, na gebruik van chloro­form, de weg van de kogel te volgen en hem indien mogelijk te verwijderen. De doorgang is echter zo klein dat we alleen kunnen vaststellen dat hij klaarblijkelijk in de borstholte verdwenen is, hoewel er geen bloedingen uit neus of mond zijn, of andere symptomen die op beschadiging van hart of longen wijzen. Hij lijkt in zekere mate aan een shock te lijden, maar het komt me niet abnormaal voor. Het lijdt geen twijfel dat de kogel eerst door het lichaam van de beer gegaan is, want van deze korte afstand zouden onze geweren een kogel dwars door drie of vier honden geschoten hebben; en in het geval van Räwing is de kogel maar een centimeter of tien binnengedron­gen, aangezien er geen uittree wond is. Hij heeft het dunne deel van het schouderblad versplin­terd, maar is niet op hard bot gestuit. Hij heeft weinig bloed verloren. We hebben hem verbonden, en omdat de arme donder veel pijn scheen te hebben, gaven we hem eerst een halve dosis morfine en daarna nog een hele, omdat de eerste injectie hem niet voldoende kalmeerde. Hij ligt nu al vijf uur te slapen en ademt rustig en regelmatig. Ik hoop dat hij er bovenop komt. Het is een fijne dappere berenhond, en het zou droef zijn als hij op deze manier aan z'n eind kwam. Hij heeft ons menige goede jacht bezorgd en is een goede helper....

 

zondag 2 feb

....Met Räwing gaat het blijkbaar goed, en de dokter is tot de conclusie gekomen dat de kogel niet in de borstholte is doorge­drongen, omdat de symptomen daar niet op wijzen. Hij raadt aan een snede te maken tot op het schouderblad, waar een klein rond gat in zit waar de kogel gepasseerd is, en te proberen hem er uit te halen. Na het avondeten hebben we dit gedaan, onder toepas­sing van chloroform, maar vonden dat deze òf naar voren is geschoten onder de borstspieren, òf het voorste mediastinum is binnengedrongen via de kraakbeen van de ribben. We kunnen geen gebroken rib voelen. Hij zit waarschijnlijk verstopt onder de spieren voor de wervelkolom. Er kan verder niet naar gezocht worden, omdat de doorgang zo nauw is, dat we de kogel niet kunnen voelen en z'n plaats slechts kunnen vermoe­den. Hij zal een abces veroorzaken wat z'n plaats zal verraden, of ingekap­seld worden, en verder geen problemen geven. De dokter denkt dat Räwing wel zal herstellen. Hij heeft wat stukjes bot, splinters van het gat in het schouderblad, en haar uit de wond verwijderd, en er een afvoerbuisje in gemaakt. Na de operatie gaf hij hem een injectie met morfine, omdat hij zich niet prettig leek te voelen. Nu ligt hij rustig te slapen....

 

dinsdag 4 feb

....Terwijl ik zo bezig was, begon Räwing, die naast me op een bedje lag, naar adem te snakken, terwijl hij vandaag juist betere scheen te gaan en er veelbelovend uitzag, en we konden ineens zien dat hij stervende was. De dokter gaf hem een injectie met alcohol, maar het had geen nut, om half acht blies hij plotseling de laatst adem uit.

De dokter verrichte een autopsie, om indien mogelijk de oorzaak van z'n plotselinge overlijden, èn de positie van de kogel, vast te stellen. Onderzoek bracht aan het licht, dat hij door het dunne bovendeel van het linker schouderblad was gegaan, langs een deel van de wervelkolom was geschampt, achter de luchtpijp en de slokdarm om was gegaan, en tot stilstand was gekomen in de spieren van het ondereind van het rechter schouderblad. Het bleek de helft van een .450 kogel te zijn. Na passage van het lichaam van de beer, waardoor hij zo plat als een paddestoel geworden was, had hij kennelijk, te zien aan de sporen, een steen geraakt, en was teruggeketst en was het lijf van Räwing op z'n kant binnengedrongen, vandaar de kleine wond, die anders veel groter had moeten zijn. De rest van de kogel moet in het berenlijf zijn achtergebleven, of is ergens anders heen gevlogen. Er was niets wat de plotselinge dood van de arme hond ver­klaar­de, en de dokter denkt dat zo te zien niets zijn herstel op den duur in de weg stond. Hij kan alleen denken aan een embolie in het hart of de hersens. Hij had de spijker op z'n kop geslagen met zijn diagnose, zij het dat de kogel in het achterste mediasti­num zat in plaats van het voorste. Er zat wat vocht in de hartzak, maar niet veel. Er waren in 't geheel geen belangrij­ke organen geraakt. De kogel was heel erg afgeplat bij z'n passage door de beer, had daarna aan de sporen te zien een steen geraakt en daar afketsend de hond geraakt, waarbij hij met de platte kant voor, als een muntstuk, het lichaam binnendrong, en zo de kleine wond veroorzaakte. We hebben hem in een doos begraven, en een grafheuvel van stenen voor hem opgericht, onder de vlaggemast, waar hij tijdens zijn leven zo vaak op beren heeft gejaagd. Mogen hij en ik elkaar in een volgend leven weer ontmoeten om de jacht voort te zetten, en mogen we dan menige beer buitma­ken. Ik kon me geen toegewijder sportman als gezelschap wensen. Arme donder, we zullen het moeilijk krijgen om hem te vervangen! Hij was onze grote favoriet, en ik ben hier ontzettend verdrietig over. Er is een schaduw over onze kleine gemeenschap geworpen door zijn voortijdige dood. Een oude en gewaardeerde vriend heeft ons verlaten, en het is met gevoelens van diepe droevenis dat we bedenken nooit meer zijn diepe blaf te horen bij het achtervol­gen van een beer over de grote ijsschotsen in de poolnacht, of zijn vriendelijke oude snuit zullen weerzien.

 

dinsdag 11 feb

....We hebben voor de lunch een team honden mee uitgenomen, om met de slee te trainen. Alles ging z'n gewone gangetje. Na de lunch noteerde Armitage de weerobservaties, Fisher sneed het berenvlees voor de sledetocht en Child werkte verder aan de tent. De dokter maakte een dekje voor Carlo om tijdens het sleeën te dragen....

donderdag 13 feb

Armitage en ik wandelden naar de Beren-berg, en beklommen die. We zagen Nimrod, ontsnapt aan Fisher, die op walrussen aan het jagen was op het zeeijs. Met veel moeite kregen we hem te pakken, maar toen terug bij de hut onze aandacht even afgeleid was, ging hij er weer van door, en was tegen midder­nacht nog niet teruggekeerd. Omdat het springtij geholpen door de noordenwind het zeeijs van de kust af heeft gedreven, denk ik dat z'n terugweg nu door open water is afgesneden. Hij zal wel terugkomen als de vloed het ijs teruggevoerd heeft.

Het ergste van zowel samojeden- als ostiakhonden is dat ze erg onhandelbaar zijn, en moeilijk om iets aan te leren, waarschijn­lijk door gebrek aan hersens, omdat ze niet ver van de wolf afstaan. Ze kunnen zeer zware ontberingen doorstaan, maar ze zijn dom en hardnekkig. Ze schenken geen aandacht aan wat je ook tegen hen zegt, tenzij ze denken dat ze binnen reikwijdte van je zweep zijn, zodat ze meer schelmen lijken dan dwazen. Een terechtwijzing zijn ze na tien minuten alweer vergeten, en in veel gevallen schijnen ze ook niet te kunnen begrijpen waar die voor is.

Na het ontbijt ging de gehele expeditie er met twee hondeteams op uit. Ik probeer de honden te leren om de slee voor hun te volgen, in plaats van een man die er voor loopt. Want als we in maart gaan sleeën zijn we maar met z'n drieën, en ik denk dat twee teams van acht honden meer werk met zich brengt dan één van zestien honden. Ze sloegen vandaag een goed figuur, en met verdere oefening denk ik dat ze prima zullen werken.

 

woensdag 19 feb

We hebben de pony met de slee en de hondeteams mee uitgeno­men om ze samen te laten oefenen, en gebruikten kratten spiritus om de sleden te belasten. Ik ben van plan om morgen, als het een goede dag is, een team van 16 honden te proberen, in plaats van ze te verdelen, om te zien of ze hetzelfde gewicht trekken als twee teams van acht. Ik vind dat het in ruw ijs onveilig is om de centrale treklijn van het hondeteam achter aan de paardeslee ervoor te bevestigen, omdat de pony en de honden niet in harmonie zullen trekken, en zij (de honden) helemaal niet zullen volgen als ze los zijn. Ik ben bang dat er meer dan twee mannen nodig zijn om ze goed te leiden, maar ik kan geen voedsel en de rest voor nòg een man meenemen. Ik moet proberen de zestien honden in één team samen te laten werken.

 

 

 

woensdag 26 feb

....We zijn de hele morgen druk bezig geweest met voorberei­dingen voor onze sledetocht. Na de lunch probeerden we voor de grap sneeuwschoentjes bij Nimrod aan, omdat er een paar met de Windward meegekomen waren. Hij leek er een enorme afkeer van te hebben. Bij het lopen tilde hij z'n poten absurd hoog op, en al met al zag het er belachelijk uit. Ik twijfel er hevig aan of ze van enig nut zijn voor zere voeten, omdat Nimrod er erg in uitgleed, en ik denk dat een hond niet voldoende grip op de sneeuw kan krijgen om er goed mee te trekken. Ze zijn ook moeilijk aan te houden, en sommige honden zouden ze in elk geval afknagen. Ik heb Nimrod ze aan laten houden om te zien of hij ze liet zitten, en ik wil morgen opnieuw proberen of hij het er dan beter van af brengt als hij er aan gewend is. Hierna hebben we tot het avondeten aan de voorbereiding van onze reis gewerkt. 's Avonds heb ik wat kleren gewassen.

De volgende dagen waarschuwen de honden, Nimrod en de puppies van Jinnie, verschillende keren dat er beren zijn, waarvan er ook een paar geschoten worden.

 

dinsdag 3 mrt

De zware sneeuwval van de laatste twee maanden maakt de ijsschotsen slecht begaanbaar, in het byzonder met de hoge temperaturen die we nu weer hebben. Ik neem alle 16 beschik­bare honden mee. Ik zal tot zekere hoogte op het schieten van beren moeten rekenen om hen van vlees te voorzien. Ik neem vlees in blik mee om hen een zekere tijd te kunnen voeden, maar ook om het in een depôt te kunnen plaatsen als ik een beer voor ze geschoten heb. Ik zal een dag of twee wachten tot het weer wat verbetert, want in de huidige omstandigheden zouden we op z'n hoogst langzame voortgang kunnen boeken, en op dagen als vandaag, wanneer je geen twintig meter ver kan kijken door de dichte stuifsneeuw, zouden we moeten kamperen, en ons voedsel nutteloos verteren....

 

woensdag 11 mrt

De temperatuur blijft al dagenlang -5°C, wat veel te warm is om te sleeën.

....Ik weet bijna niet wat ik moet doen om te vertrekken, want er schijnt geen eind te komen aan dit wonderlijke weer. Een gunstige weersomslag, zoals een storm om de sneeuw te harden of weg te blazen en een temperatuurdaling, lijken verder weg dan ooit, nu we het zo nodig hebben. Nu kan ik me voorstellen dat er mensen thuis zijn, die als ze van deze omstandigheden horen, zullen zeggen: "Wat een geluk dat die lui in Franz Josefland zulk lekker warm weer hebben. De arme die-en-die had ‑40° in maart. Ze kunnen de pool om hun sloffen berei­ken." Ze mogen mijn portie van dit lekkere warme weer hebben!

Mijn totale last op de slee komt op 925kg, exclusief de sleden, waarvan de honden 540kg moeten trekken, en dus 385kg voor de pony overblijft. Ik heb zeven sleden, die voorzien van bamboe lattenbodems en bagagezakken, 12kg wegen. Zes zijn er 2m90 lang en één 3m50, alle van noorse makelij. Ik ben bang dat ik de honden niet meer dan een pond ingeblikt vlees per dag kan geven. Ik heb 175kg bij me, wat voldoende is voor 24 dagen. Ik moet terugvallen op het schieten van beren, en zal dan elk blik wat ik kan in depôts plaatsen, en in plaats daarvan het berevlees meevoeren. Het ingeblikte vlees zal op die manier bij komende gelegenheden van pas komen. Met dit doel neem ik ook blikvlees mee in plaats van berenvlees, omdat dat onverpakt natuurlijk niet in een depôt kan worden opgeslagen. Ik verwacht dat ik deze gewichten volgend jaar aanzienlijk kan reduceren. Je leert een hoop van iedere reis die je maakt. Een betere keuze van voe­dingsmiddelen, een betere manier om dingen te doen en al­gemene veranderingen die een gewichtsbesparing opleveren, die je alleen uit ervaring kunt leren.

 

maandag 16 mrt

....De dokter heeft een gevoerd dekje gemaakt voor de oude Bear, een van onze beste sledehonden, wiens vacht niet veel meer voorstelt, en ik ben bang dat hij door z'n dunne vacht veel te lijden heeft als we sleeën. Hij en de retriever Carlo zijn op deze wijze uitgerust....

 

dinsdag 17 mrt

We hebben de stuifsneeuw weggegraven voor de deuren van hut nr 4 en de opslag bij de stal, en alle sleden op het ijs voor de vlaggemast gezet. Maar het was niet voor 1 uur dat we alle honden in hun harnas hadden, en de pony aangespannen (wat zou ik niet overhebben voor nog een of twee ponies!), omdat er op het laatste moment van alles misging, wat vertraging met zich bracht.

Omdat er een sneeuwbui aankomt besluit Jackson het vertrek tot de volgende dag uit te stellen. De sleden blijven gepakt buiten staan onder een canvas dekzijl. De hond Tommy Rot wordt erbij vast gezet om voor beren te waarschuwen.

 

woensdag 18 maart 1896

Na een verbetering van de weersomstandigheden hebben Blomkvist, Armitage en ik Kaap Flora om 11 uur vanmorgen verlaten. De dokter en Fisher vergezelden ons tot 2 uur 's middags. We waren toen iets ten noorden van Windy Gully, waar we stopten om thee te maken en de lunch te gebruiken. We ontdekten dat we één van Blomkvists ski's, die op de laatste slede gebonden waren, verloren hadden. Dus ging ik samen met de dokter een mijl of zo terug om ze te pakken. De temperatuur is vandaag tot -20°C gedaald. De pony noch de honden zijn zo goed in vorm als gisteren. De pony transpireert nogal en is duidelijk in een zwakkere conditie, hoewel ze er goed uitziet. Ik had grote moeite om haar en de honden op gang te krijgen, en besteedde de tijd na de lunch voornamelijk met heen en weer rennen, om ze om beurten aan te zetten. Het ijs in Miers Channel is tamelijk vlak, maar bedekt met een dikke laag zachte sneeuw. Ik ben van plan de route van de vorige lente te volgen, en onze ontdekkingen in noordelijke richting uit te breiden.

We sloegen om half zes ons kamp op, na een tocht van zeven mijl in zes en een half uur. We zetten de honden en de pony vast aan ijsblokken. De temperatuur is inmiddels ‑27°C.

 

donderdag 19 mrt

Na een nogal slapeloze nacht, omdat zowel de pony als 16 honden losraakten en we er twee keer uit moesten om ze vast te zetten, stonden we om 7 uur op om te ontbijten.

....Met onze pony Brownie gaat het nog steeds niet goed, maar de honden doen het iets beter. Beide teams waren zeer vermoeid toen ik bevel gaf om kamp te maken....

 

vrijdag 20 mrt

....Het gaat steeds beter met de honden.

 

zaterdag 21 mrt

We ontdekten dat een berin met een jong vannacht ons kamp op een paar meter gepasseerd is, zonder een moment te stoppen. Ze hadden ook de honden niet gestoord, die met hun neuzen onder hun staarten lagen te schuilen voor de stuifsneeuw en de wind....

 

dinsdag 26 mrt

Het zicht is zó slecht, dat ze langs de rand van het ijs gaan om niet te verdwalen....Het was moeilijk om een directe koers te sturen. We waren alle drie zó bezig met trekken en sjorren aan de sledes en onze dieren aan te sporen te blijven trekken door de diepe zachte sneeuw, dat we niemand konden missen om met een kompas vooruit te gaan. Na de thee probeerde ik de sneeuw­schoenen, die we in de hut gemaakt hadden, bij de pony aan, en ik vond dat ze er veel beter op vooruitkwam. Blomkvist en ik deden ook onze sneeuwschoenen aan, we hadden ze totnogtoe weinig gebruikt....

 

donderdag 2 april

....Ik had veel last om de sneeuwschoenen van de pony aan te houden, omdat het canvas hard en stijf was geworden, en haar voeten net boven de hoef schaafde. Ik moet ze volgend jaar verbeteren....

We bereikten Kaap Taylor met veel moeite en hard werk, omdat het ijs steeds rotter werd, en we tot onze knieëen in de halfge­smolten sneeuw waadden, zodat we onze sneeuwschoenen af moesten doen om de honden te helpen. Ze waren doodsbang, en in plaats van proberen te trekken, klauterden ze allemaal bovenop de slee, en huilden vol afschuw, omdat ze blijkbaar dachten te verdrinken. Het kostte veel moeite om ze van de slee af te krijgen. Na een hoop gehannes bracht ik Brownie, die zich voortreffelijk hield, met mijn slee aan land en liet haar daar achter om Armitage en Blomkvist te helpen met hun honden, en de vier sleden die we één voor één naar de kust moesten trekken, omdat ze heel zwaar door de blubberige massa gingen, en de honden te bang waren om ook maar iets te trekken....

 

Vrijdag 3 april bereiken ze het uiterste punt van hun reis, waar ze een bericht achter laten. Ze keren weer terug naar hun basis in Kaap Flora. Op de terugreis zijn er kennelijk weinig proble­men met de honden.

 

woensdag 17 juni

....Net na het avondeten stormt Armitage de hut binnen met de mededeling dat hij een man op het ijs kan zien met z'n verrekij­ker, ongeveer 4 mijl ten zuidoosten van Kaap Flora. Ik kon het nauwelijks geloven, zoiets leek me volslagen onmogelijk, en ik dacht dat hij mischien een walrus op het ijs voor een man gehouden had; maar door de verrekijker kon ik zien dat hij gelijk had.... Toen we elkaar genaderd waren, zo'n drie mijl uit de kust, zag ik een lange man op ski's, nogal ruig gekleed en een oude vilten hoed op. Hij zat onder de olie en het vet, en was van top tot teen zwart.... Wij schudden elkaar hartelijk de hand, en ik zei dat het mij een groot genoegen was hem te ontmoeten. Ik vroeg of hij een schip had. "Nee", antwoordde hij ietwat teleurgesteld, "mijn schip is niet hier." En in antwoord op mijn vraag merkte hij op, dat hij slechts één metgezel had, die zich nog aan de rand van het ijs bevond. Toen trof me de gelijkenis van zijn gelaatstrekken, ondanks het zwarte vet en het lange haar en de baard, met Nansen, die ik in 1893 in Londen ontmoet had, voor z'n vertrek, en ik riep uit: "Ben jij niet Nansen?" Waarop hij antwoordde: "jazeker, ik ben Nansen." Ik schudde z'n hand met alle hartelijkheid en warmte en zei: "Bij Jove, ik ben verdomd blij om je te zien!" en feliciteerde hem met z'n behouden aankomst....

 

Ontmoeting met Nansen

 

Johansen is nog vetter en zwarter dan Nansen. Beide mannen krijgen eerst een bad en nieuwe kleren in de hut, en wisselen de volgende dagen ervaringen en ontdekkingen uit.

 

vrijdag 19 juni

....Ik moet er maar op vertrouwen dat dr Nansen's buitengewo­ne immuniteit voor ongelukken bij onervarenen niet de veron­derstel­ling zal opwekken dat men met een hond en een geweer binnen de poolcirkel kan rondzwerven, en dat alles dan goed zal gaan. Degenen die er intrappen zullen een droevige, ik denk wel noodlottige, teleurstelling ondervinden.

 

zondag 21 juni

Na het ontbijt ging ik met Nansen een stuk wandelen, en we bespraken plannen om de zuidpool te bereiken. Ik raadde hem met klem het gebruik van de noordrussische paardjes aan, en beschreef de beste methode om ze te behandelen, en met ze te kamperen....

Op 7 augustus komt de Windward weer met voorraden, en neemt Nansen en Johansen mee naar Christiana. In plaats van ponies brengt de Windward vier rendieren mee. Bij de Samojeden had Jackson daar goede ervaringen mee, maar op Franz Josefland blijken ze van weinig nut. Drie van de vier overlijden voordat ze zich nuttig hebben kunnen maken.

 

dinsdag 27 okt

Na het ontbijt rapporteerde Wilson dat het rendier erg zwak lijkt, en nauwelijks nog kan staan. Ik ging hem bekijken en vond hem weer liggend. Ik was van plan geweest om hem aan een boom­stronk buiten op de kaap te zetten, in de hoop dat de betrek­kelijke vrijheid hem in staat zou stellen wat vlees op z'n botten te kweken, maar hij zou dan wel een vrij zekere kans lopen door een beer opgegeten te worden. Ik besloot echter hem af te schieten, om z'n lijden niet te verlengen, en z'n kleine beetje vlees aan onze voorraad toe te voegen, want ik kon zien dat hij binnen korte tijd zou sterven. Ik zou dit experiment nooit uitgevoerd hebben met een rendier dat niet van kalf af opgevoed was met kunstmatig voedsel dat op een slee kan worden meegenomen, en dat zorgvuldig getraind is op het werk voor de slee, en gewend is aan verblijf in beperkte ruimtes. Maar zelfs dan twijfel ik hevig of zij de beste vorm van dierlijke trekkracht zijn, buiten hun eigen soort van land, waar overal hun natuurlij­ke korstmos­sen groeien. Om hier in de kuststreek te sleeën zijn paarden verreweg het beste. Ik heb een hoop ervaring opgedaan met rendieren voor de slee bij de Samojeden en de Lappen in de winter van 1893-'94....

 

woensdag 28 okt

....Brownie steelt regelmatig berenvlees van de honden, en eet er per dag zo'n kilo van. Ze eet fantastisch en is hèt paardje voor de poolstreken. Gelukkig is ze niet eenkennig. Ze is erg geliefd en volgt ons als een hond. Ik mag haar erg graag, en zie er naar uit om haar een rustige oude dag te bieden als het werk hier achter de rug is, als we haar tenminste in leven kunnen houden tot we naar huis terug keren.

 

donderdag 29 okt

....Brownie blijkt het heel goed te doen op haar veelzijdige dieet. Buiten haar reguliere voeding van Spratt's hondekoeken, scheepsbeschuit en hooi, deelt ze de kliekjes van onze maaltij­den met de honden, en helpt ze zichzelf geregeld aan berevlees, en hapt ook graag de restanten van vogels op die rond de hut liggen. Het is een prachtbeest! Ik laat haar loslopen als het weer goed is, en vaak gaat ze op een drafje naar het oosten, en vindt een maaltje gras, door de sneeuw met haar hoeven weg te krabben. Ik probeer echter te voorkomen dat ze te ver weg gaat nu het de hele dag zo donker is, omdat ik bang ben dat ze door een beer gegrepen wordt....

 

zaterdag 26 dec

Sommige honden zijn uit conditie, en het berevlees, dat ik spaarzaam gebruikt heb, is op. We hebben nu 15 reuen, 5 teven en 14 pups. Daarom gebruik ik nu vlees uit blik voor ze, waarbij ik een kilo geef aan degenen die het 't hardst nodig hebben, en een pond aan de anderen, met net zoveel Spratt's bisquits als ze lusten. Het is natuurlijk buitensporig om ze met blikvlees te voeden, maar ik moet ze ten koste van alles in goede conditie houden voor de sledereis van volgend voorjaar, en deze honden zijn altijd aan vleesvoeding gewend geweest. De lange duisternis is een beproeving voor ze. Ik wilde dat er een paar beren kwamen opdagen, want we hebben vlees nodig. Ik vrees dat Nansen en ik ze te veel uitgedund hebben. Ik heb vandaag muilkorven gemaakt voor de honden in de slechtste conditie, om te voorkomen dat ze elkaar doden, en ik laat ze los lopen, wat hun toestand zal verbeteren.

 

woensdag 30 dec

We zijn allemaal heel druk met de voorbereidingen voor de lente-expeditie. De één is een tent aan het naaien, een ander maakt kleren en een derde honde-tuigjes. Onze kamer ziet er uit als een ambachtelijke werkplaats....

Pas op zaterdag 16 januari 1897 wordt er weer een beer geschoten.

 

donderdag 21 jan

Wilton bracht Snark naar binnen, met de boodschap dat z'n staart aan het ijs was vastgevroren en hij er niet goed aan toe leek te zijn. Ik vond bij onderzoek dat hij een paar nare wonden aan z'n achterhand had, veroorzaakt door Pincher, ongetwijfeld op hetzelfde tijdstip dat Lurcher gedood werd. Ik knipte het dikke haar, dat de wonden aan het oog onttrok weg, en waste de wonden uit, waarna ik de dokter liet komen, die er een antisep­tisch verband op deed. De hond wil niet meer eten, is koorts­ach­tig en de wonden ruiken vies. Hij is onze beste sledehond, ik houd hem in de hut tot hij beter is....

 

vrijdag 22 jan

....Er waren een hoop sporen van beren te zien, zelfs vlak bij de hut, wat aantoont dat, als we goede berenhonden hadden, we er een hoop meer te pakken zouden krijgen. De dood van de goede oude Räwing is een gevoelig verlies voor ons.

Snark is vannacht overleden, blijkbaar aan bloedvergiftiging.

zaterdag 30 jan

Ik ontdekte vanmorgen dat Misere in hoog tempo haar verliest uit z'n nek waar Nimrod hem een tijdje geleden gebeten heeft, bovendien eet hij niet meer. Ik heb hem in de hut gehaald, en de dokter en ik hebben de wonden verzorgd en verbonden. Daarna heb ik hem vastgelegd met een ketting rond z'n len­denen, zoals een aap, omdat hij geen halsband kan velen wegens het schuren. Hij moet toch vastgelegd worden, of er komt nog meer herrie van. Omdat er geen manier schijnt te zijn om die gevechten tussen de honden daadwerkelijk te stoppen, zelfs met de grootst mogelijke zorg en oplettendheid, wil ik proberen wat het kortknippen van de hoektanden, dus die waarmee de schade wordt aangericht, bij de huidige en toekom­stige pups zal doen. Hoewel het me erg tegenstaat, moeten we een manier vinden om dit na te gaan, of we zullen weldra al onze honden verliezen. Ik hoop echt dat er volgende zomer ponies gestuurd worden, of in ieder geval honden.

 

woensdag 3 mrt

Twee van de drie pups van Miss Räwing zijn vanmorgen dood gevonden, nu is er nog maar één over. Ondanks al onze zorgen doodt het stomme vervelende beest ze, en eet ze op.

 

In Margarite Hernuland

 

zaterdag 13 mrt

De sleden worden opgeladen voor de voorjaars-verkennings­tocht.

Ik geef de pony drie kilo gedroogde groenten dagelijks, en twee kilo hondekoeken òf haver. De honden krijgen elke dag een pond vlees uit blik. Zowel de pony als de honden zijn in eerste klas conditie, en hebben mijn inspanningen om ze fit te krijgen niet teleurgesteld. Het honde team is echter een zwak team, want van de twaalf honden zijn er twee voor het eerst bij, en drie zijn spichtige dieren. Het weer is warm, mistig met sneeuw, slecht om te sleeën....

 

maandag 15 mrt

Een totale omslag in het weer. Helder, straffe wind uit het noord-westen, en de thermometer op ‑28° om 8 uur 's morgens. We haastten ons de sleden op het ijs te krijgen en gingen er vandoor, richting Windward Eiland. Alle leden van de expeditie vergezelden ons, om ons de eerste dag van de reis met onze lasten te helpen. De dieren gingen goed van start, maar begon­nen weldra te verslappen, en we hadden grote moeite om de pony, onze laatste, en de honden vooruit te krijgen. We zitten erg krap met trekkracht.

We stopten voor de lunch, ongeveer halverwege Kaap Flora en Windward Eiland; de thermome­ter stond op ‑35°. Daarna gingen we verder over vlak ijs, maar met dikke zachte sneeuw er op, zodat ik nu al gedwongen was de pony de sneeuwschoe­nen aan te doen, die ik gemaakt had. Wij gingen allemaal op de ski's.

Om 8 uur 's avonds sloegen we na tien uur sleeën ons kamp op, een halve mijl ten zuiden van Windward Eiland, waar we op ijsblokken stuitten. De dieren waren doodmoe, tengevolge van de diepe sneeuw, wat het voortgaan heel zwaar maakte....

Ik muilkorfde alle honden, omdat ik hun neiging elkaar te doden en om hun tuigen door te knagen kende. Ik liet ze ingespannen staan, met de treklijn gespannen tussen een ijsblok en de slee. Acht mijl afgelegd.

 

donderdag 25 mrt

....Het slechte weer hield de hele dag aan, tot het 's avonds begon op te klaren. Toen ik vanmorgen opstond heb ik de honden nagekeken, en vond ze begraven onder de stuifsneeuw, maar schijnbaar in orde. Er woei een harde storm die de sneeuw voortjoeg, wat door de zeer lage temperatuur als een mes in de onbeschermde gedeelten van je gezicht sneed, zo rond de ogen, en die dwars door je heen scheen te waaien. Vanmiddag vond ik één van de honden, Pincher, morsdood en stijfbevroren. Hij was duidelijk doodgevroren. Rags zat met een poot in het ijs vastgevroren, zodat we die met een kleine ijsbijl los moesten hakken. Vier honden willen niet meer eten.

We hebben 's avonds de sneeuwschoenen van de pony afgedaan, omdat er hier erg weinig sneeuw op het ijs ligt. De achterste sneeuwschoenen waren hard bevroren van het vocht, en er zat ijs in, zodat we behoorlijk wat moeite hadden om ze af te krijgen. Die van voren waren in orde.

 

vrijdag 2 apr

....Het ging vandaag beter met de dieren, en door het vlees met een tomahawk klein te hakken, konden we Smike, Charles en Rags, de honden in de slechtste conditie, er toe aanzetten wat te eten....

 

zaterdag 3 apr (temp -43°)

....We hadden een hoop moeite om de tent even op te zetten voor de lunch, en na een pot thee en wat biscuits , kaas en bacon, worstelden we verder, aan de sleden sjorrend en voortdurend de honden aansporend, die om de paar meter stopten. De wind nam toe tot een sterke wind die weldra tot een fikse storm aanwakker­de. Voor de lunch waren we het zicht op het land al kwijtge­raakt, dus richtte ik m'n koers nu naar de wind. De dichte sneeuwjacht maakte het zelfs onmogelijk om Armitage te zien, die mij met het hondeteam volgde. Op een bepaald moment zag ik hem niet meer omdat hij wat achter was gebleven, dus volgde ik m'n sporen terug zover als ik durvde, zonder de pony en de sleden uit het oog te verliezen. Ik riep en schreeuwde, en wachtte tot hij (na enige tijd) kwam opdagen. De dieren trokken slecht, en het was met moeite dat ze gedwon­gen konden worden tegen de wind en de stuifsneeuw in te gaan....

 

zondag 4 apr

....Nog voor de lunchpauze stortte Nick volkomen in, en we namen hem op de slee mee. Maar het arme beest stierf voor we halt hielden, en we hebben hem in stukken gehakt omdat we erg krap met vlees zitten en aan de andere honden gevoerd, die, Räwing uitgezonderd, er allemaal zoveel van aten als ze konden krijgen. Daarna schoten we goed op over vlak ijs met weinig sneeuw er op.... De honden liepen erg slecht door hun zwakke conditie, en zijn nu tot in aantal tot 8 geslonken. De pony stapte flink door. Haar ingewanden zijn een stuk opgeknapt....

maandag 5 apr

....Armitage was 20 meter achter me vaak bijna niet, en soms helemaal niet, te zien door de sneeuw. De honden liepen erg slecht, waardoor ze voortdurend oponthoud veroorzaakten en we de sledes weer op gang moesten brengen....

Ik besloot een kamp op te slaan, omdat wat we deden weinig nut had, wegens de moeilijkheid om koers te houden, en de honden uitgeput raakten. Ze konden niet naar het west-zuidwesten lopen, omdat de wind hun dan zijdelings trof, en ze onvermijde­lijk hun rug er naar toe draaiden. Daarom stuurde ik wat meer weste­lijk....

Het gebrek aan trekdieren heeft zeer bijgedragen aan de proble­men op deze reis. We hebben geluk als we terugkeren met nog een paar dieren in leven, en zonder een deel van onze uitrusting achter te laten....

 

dinsdag 6 apr

De arme Charles beleefde vandaag z'n laatste dag, en ik moest hondevoer van hem maken. De storm van gisteravond deed hem de das om. Het is droevig onze dieren op deze manier te zien sterven....

De honden trokken slecht door hun geringere aantal en Misere en Pongo stortten in. Toen we stopten om 9 uur gaf ik ze allebij een beetje whisky, en wikkelde ze in een paar lege zakken, omdat de thermometer op ‑35° stond, en ze vielen onmiddelijk in slaap....

 

woensdag 7 apr

....Pongo en Misere zijn vanmorgen overleden. Ik ben byzonder bedroefd over de arme kleine Pongo; hij was één van m'n eigen honden, en altijd kranig en en bereid te werken. Hij heeft tot het bittere eind voluit getrokken. Hij was één van de pups van Jenny, en één van m'n favorieten omdat hij zo op haar leek. We hebben nu nog maar 5 honden over. Ik heb de dode honden gevild, en in stukken gehakt, want we kunnen ons geen verspil­ling van vlees veroorloven....

De honden trokken goed, maar langzaam, omdat de arme donders nu overbelast zijn door onze verliezen. Ik heb ze al van zoveel mogelijk gewicht verlost door wat van hun lading naar de pony over te hevelen. Zowel zij als Brownie zien er schar­minke­lig en zwak uit. Maar toch worstelen ze dapper door....

 

maandag 12 apr

....Ik gaf Brownie vandaag de laatste haver die ik voor haar bewaard had. Arm beest, het is met haar gedaan. Als ik het juiste voer had, kreeg ik haar wel weer in orde. Haver en groente doen het samen heel goed, maar hondekoeken en groente zijn onvol­doende, en oorzaak van de ontregeling van haar darmen, omdat ze allebei water absorberen.

 

 

dinsdag 13 apr

De arme Brownie lag vanmorgen dood. Ze had een beter lot verdiend dan haar gebeente hier op deze akelige stille gletscher achter te laten. Ze is altijd een goede, trouwe en nuttige dienaar voor ons geweest, en is echt tot onze familie gaan behoren. Ik ben heel bedroefd over haar. Ik heb haar alle mogelijke goede tijden beloofd als ik haar naar Londen terug kon krijgen. Geen werk meer voor haar, alleen verwennerij de rest van haar leven.

Ik ben bang dat er een heel bedrukt stel mensen deze morgen in de tent zit, wat niet vaak het geval is. Maar ik moet toegeven dat ik heel melancholiek ben door de dood van Brownie, en haar dood heel scherp voel. Met haar valt ook meer dan de helft van ons trekvermogen weg, wat een ernstige zaak is. Het feit dat we haar op 80° noorderbreedte twee en een half jaar in leven hebben gehouden, waarvan ze grotendeels geen normaal paardevoedsel heeft gehad, bewijst dat mijn idee om ponies te nemen juist was. Dat paarden in een arctisch klimaat kunnen leven en van nut klunnen zijn, heb ik, denk ik, nu wel bewe­zen....

We zetten koers in zuid-zuidwestelijke richting met de drie sleden. We ontdekten snel dat we zo helemaal niet ging, omdat het team van 5 honden nog geen honderd meter vooruit kwam in een half uur. We hebben de lading van de derde slee toen overgepakt op de twee sleden met de kano's er op, en namen elke slee ongeveer een mijl mee, en kwamen dan terug voor de andere. Ik trok vooraan bij de honden zodat ze me zouden volgen, en om de koers te bepalen, terwijl Armitage ze aan­spoor­de door constant te roepen en te rukken als ze tot stilstand kwamen, wat ze om de 15 tot 20 meter deden. Ik denk dat dit het inspannendste werk was, en in ieder geval het meest irritante. Ze maakten er onmiddelijk gebruik van als Armitage ook trok, daarom liet hij z'n lijn loshangen....

Ik wilde met een zeil van de slee een beschutting voor de honden maken, maar ze sprongen er meteen bovenop, waardoor het onwrikbaar aan de gletscher vast vroor....

 

vrijdag 16 apr

....Na het eten werd de sneeuw zo diep en zacht, dat ondanks de uiterste inspanning de honden met ons samen de sleden niet meer dan vijf tot tien meter vooruitkregen zonder te stoppen, en dan moetsen we drie of vier keer rukken om ze weer in beweging te krijgen. De honden zijn uitgeteld en in het byzon­der Bismarck de leidhond loopt heel onvast....

Ik heb de hele dag getrokken en Armitage heeft de honden opgezweept en de slee geduwd als hij tot stilstand kwam, wat nogal eens gebeurde. We hadden beiden een zware dag.

zaterdag 17 apr

....We geven onze honden extra eten, in de hoop dat we een beer kunnen schieten....

 

Op donderdag 22 april wordt de beer inderdaad geschoten.

 

zaterdag 24 apr

....De honden liepen slecht, omdat ze tot hun strot vol zaten met berevlees, en waren heel lastig. En toch, wie kan het over z'n hart krijgen om ze niet zoveel te laten eten als ze willen, na alles wat ze doorstaan hebben, nu er volop vlees is, zelfs meer dan we mee kunnen nemen? Arme donders!

Er is een populair beeld van het slederijden; dat van een man die op een slee zit en een met lange zweep in 't rond zwaait, terwijl hij met een lekker gangetje van 15 tot 20 km per uur achter z'n hondeteam aan scheurt. Dat is helaas alles behalve waar. Wij denken er niet eens aan op de slee mee te rijden, maar zijn al tevreden als die met een kalm gangetje in beweging kan blijven,  door de gezamelijke inspanning van mens en dier. Ik trek in een gordel vóór de honden en geef de weg aan, terwijl m'n kameraad door voortdurend roepen en soms het gebruik van de zweep de honden aan het werk houdt, en als de slee stopt, wat bij de geringste weerstand gebeurt, door rukken en schreeu­wen ze weer op gang probeert te krijgen.

Tegen de steile hellingen van dit met ijs bedekte land opklim­men vereist abnormale inspanning. We slepen onze sleden voet voor voet, omdat de vijf overgebleven honden om de paar meter stoppen, en alleen weer op gang gebracht kunnen worden door een ruk aan de slee te geven en onszelf hees te schreeuwen. De zweep is van weinig nut als iedere spier al nodig is om te kunnen bewegen, en staat bovendien iemand die dol is op dieren tegen. De zweep werkt eerder ontmoedigend dan aansporend, zodat Armitage hem zelden gebruikt.

 

dinsdag 4 mei

....We waren hier al een uur of vier, hadden wat gegeten en van alles in orde gemaakt, en stonden op het punt om te gaan slapen, toen we de honden hoorden blaffen. Ik greep m'n geweer omdat ik dacht dat er een beer naderde. Armitage, die naar buiten keek, zei dat er drie mannen naderden, die weldra dr Koetlitz, Wilton en Bruce bleken te zijn, en een slee voort­trokken. Ze waren bezorgd omdat we over tijd waren, en hadden een hulpploeg gevormd met verse voorraden, om ons te zoeken. En omdat wij door onze thee, suiker, tabak enzovoort waren, wat zij bij zich hadden, zwelgden we spoedig temidden van de lekkernijen. Er was geen noodzaak tot karigheid meer....

Twee dagen later zijn ze allemaal weer terug bij de hut.

 

 

maandag 17 mei

Bij het opstaan vanmorgen hoorden we geblaf op het ijs. Ik zond Armitage, die z'n laarzen aan had, om te gaan kijken of er een beer was. Hij kwam terug en zei dat de pups van Gladys stonden te blaffen tegen een beer die op een kleine ijsberg geklommen was bij de hut van Leigh Smit. Ik schoot haastig een broek en een jas over m'n pyjama aan, en pakte de kamera en m'n geweer.... We vonden dat de honden haar al aardig klem gezet hadden, maar nu en dan deed ze venijnige uitvallen vanaf haar berg. Toen ik dichterbij kwam maakte ik een paar foto's van haar, en toen we op zo'n 25 meter waren en ze zich ongemakke­lijk begon te voelen omdat we dichterbij kwamen, vuurde ik en joeg een kogel door haar kop, waarna ze naar beneden duikelde, heel grappig om te zien. Het was een jonge berin, geheel volgroeid en in goede vette conditie. Na het ontbijt gingen we er allemaal heen, en namen het hondeteam mee, en alle pups er ook bij, omdat we gebrek aan trekkracht hadden, en brachten haar met de slee naar hut nr 2, waar Armitage en ik haar vilden en in stukken hakten. Dit vlees is broodnodig, zowel voor ons als voor de honden. Voor beiden is blikvlees niet zo goed als vers vlees, en ze zijn bij de hut lang verstoken geweest van berevlees. Ze hadden geen enkele beer geschoten in de twee maanden dat wij weg waren. Ik nam een aantal foto's van het transport van de beer naar de hut. Ze had een grote hoeveelheid gras en kruis­bloemen in haar maag, maar geen dierlijk materi­aal.

 

donderdag 20 mei

Omdat het weer vanmiddag om tien voor drie verbeterde, na 11 dagen besteed te hebben aan herstelwerkzaamheden en het introduceren van pups in het werk voor de slee, gingen we met 9 honden (de vijf overlevenden van de laatste reis, twee jonge teven, Miss Räwing en Judy, en twee pups van 9 maanden) en een paar sleden, op weg naar de zuid-oost punt van Hooker-Eiland, die ik Kaap Cecil Harmsworth heb genoemd. Van de top daarvan hoop ik Brady Eiland te kunnen karteren, en het aangrenzende land, dat nog niet bepaald is. Ik was gedwongen minder geschikte dieren in te zetten, omdat ik geen andere heb. Ik vertrouw er op dat er wat honden met de Windward mee zullen komen, evenals ponies, voor het volgende voorjaar....

 

Vrijdag zakt de voorste van de twee sleden door het ijs. Hij zinkt niet, door de honden ervoor en de tweede slee er achter. Armitage, die achter de sleden liep was ook half door het ijs gezakt, dat maar 4cm dik was. Hij kon zichzelf redden. Jackson besluit eerst de bagage van die slee te laden, maar door een ruk van de honden kapseist de slee, en het grootste deel van hun proviand zinkt naar de bodem van de zee. Er zit niets anders op dan terug te keren. Door de mindere last lopen de honden nu veel beter. Op 24 mei zijn ze weer terug bij de hut.

 

dinsdag 29 juni

Wilton heeft alle pups met halsbanden en kettingen vastgelegd aan de rots achter de hut, naast de oudere honden. Ik wil alle honden zorgvuldig gezekerd hebben, om zo degene die eventueel met het schip aankomen in quarantaine te kunnen houden, en besmetting met ziekten te voorkomen.

 

Op 22 juli meert de Windward aan ten oosten van Kaap Gertrude. Er zijn echter geen trekdieren van wat voor soort dan ook aan boord. Er is wel een brief van het secretariaat van de expeditie, waarin de expeditie wordt afgelast.

...."Thuis blijken veel mensen door de lotgevallen van de Fram gek geworden te zijn van het "ijsdrijven", en heeft het idee postgevat dat je alleen maar op een ijsschots hoeft te gaan zitten met een geweer en een hond, en je zou noordwaarts drijven tot elke gewenste breedtegraad. En dan in een versnelling achteruit schakelen, en zo weer terug naar Engeland, roem en schoonheid  drijven. Dit werd werkelijk voorgesteld, met de vermelding dat men geen schip zou sturen om mij en mijn geschifte kameraad, waarvan er één wel genoeg was, op te halen"....

Jackson weet kapitein Brown nog over te halen in ieder geval nog een eind noorwaarts langs de kust te varen, om die gebie­den, die ze met de hondeslee niet konden bereiken, van het schip af waar te nemen. In de vroege ochtend van 6 augustus varen ze af.

 

....Het is moeilijk te geloven nu alles zonnig en vredig is, dat dit dezelfde plaatsen zijn als toen met bittere kou, storm en stuif­sneeuw. Hoezeer stellen we het comfort van de kleine hut beneden op prijs, als we de herinneringen ophalen aan onze kampen op dat ijsbedekte land, toen we rond de rokende vetlamp geschaard onze lauwe chocolade dronken en op bevroren spek kauwden, dat door de honger nog lekker was ook! Toch verlang ik naar meer sleeën, en meer ontdekkin­gen....

 

Jackson in "Samojeden" kostuum, met de berenhonden.

Begin september nadert de Windward Engeland, waar het schip nog een zware storm te verduren krijgt:

"....Onze honden hebben een slechte tijd aan dek, en hun gejank en melancholiek gehuil overstemmen af en toe het geraas van de storm. Gladys en Miss Räwing waren zo bang dat ze niet in hun kennels wilden blijven, maar hun pups in de steek lieten en zich bij de anderen schaarden, omdat het rollen van het schip en de overkomende zeeën hen naar de spuigaten spoelden. Ik ging aan dek om ze te helpen, maar kwam tot de conclusie dat ze beter vrij konden zijn, en op zichzelf...."

 

Terug in Engeland ondervindt Jackson vooral van de kant van de Royal Geographical Society geen prettige behandeling. Maar anderzijds wordt hij maandenlang uitgenodigd om lezingen in binnen- en buitenland te geven:

"....In een latere periode bood ik één van mijn samojedenhonden aan Koningin Alexandra aan, die hem de naam Jacko gaf, onder welke naam hij aan deftige hondententoonstellingen deelnam. Ik was de eerste die samojeden in Engeland introduceerde. De meeste van degene die er nu zijn zijn afstammelingen van de honden die ik mee terug bracht met de Windward...."

 

Vrijwel het hele verhaal van de expeditie, maar zonder de exacte dateringen, is door Jackson samengevat in zijn boek "The lure of unkwown lands", dat begin dertiger jaren verscheen, en dat antiquarisch wel te verkrijgen is. E.K.