DE INTRODUCTIE IN ENGELAND VAN DE SAMOJEDENHOND door E.
Kilburn Scott In 1889 bezocht ik de provincie Archangel in noordoost Rusland voor
een vakantie en toen ik daar was, zag ik iets van dat zeer interessante mensenras,
de Samojeden. Hun land reikt van de Witte Zee langs de kust van de Arctische
Oceaan tot de rivier de Jenissei in noordwest Siberië, en omvat de eilanden
Nova Zemlja, Waigatz en Kolguev. Ze zijn een nomadenstam en hun voornaamste
bezigheden zijn het fokken van rendieren en de jacht op pelsdieren. Voor
beide zaken zijn goed getrainde honden onontbeerlijk. Bij het bezoek aan een Samojedenkamp merkte ik op dat ze vele heel
aardige en intelligente honden hadden, dus kocht ik een jong exemplaar, gedeeltelijk
gedreven door de informatie dat hij waarschijnlijk de volgende dag opgegeten
zou worden indien hij niet verkocht werd. De inwoners schijnen de honden te
gebruiken als verandering van spijs van rendiervlees en vis, wat hun
hoofdschotel vormt. ErnestKilburn Scott met
Sabarka Teruggekeerd in Engeland stelde ik de hond ten toon in Leeds in 1892
en won een tweede prijs en in 1894 op de Birmingham National Show waar hij
een eerste plaats behaalde. Ik beschreef hem als een samojeed omdat mij dat een betere naam leek
dan laika, welke de Russen soms gebruiken en wat gewoon "blaffende
hond" betekent, mogelijk om het ras te onderscheiden van de half wilde
honden uit het noorden die niet blaffen. Een samojedenhond blaft niet veel,
maar hij kan het wel, met aanmerkelijke energie indien nodig. Omdat de hond nogal wat aandacht trok importeerde ik een andere en
begon te fokken. Ik ontdekte dat hare majesteit koningin Alexandra een
schitterend wit exemplaar had, Jacko in Sandringham, en we kregen toestemming
voor kruisingen met hem. Prins Zourof,die nu in onze kennel is, is één van
zijn afstammelingen. Lady Sitwel uit Scarborough had ook een schitterend
zuiver wit exemplaar, overgestuurd uit Rusland, genaamd Musti. Hij is gepaard
met een van onze honden en, Nansen die wij ook nog hebben, is een van zijn
vele nakomelingen. In 1895 hielp kapitein F.G.Jackson FGS, leider van de
Jackson-Harmworth expeditie naar de Noordpool, de honden meer voor het
voetlicht te brengen door hen te gebruiken voor het trekken van sleden.
Enkele aantekeningen over het ras, waar hij verantwoordelijk voor was,
verschenen in de Kennel Gazette rond eind 1897. Het is van belang op te
merken dat hij de naam spelt als "Samoyad". Wij verkregen enkele van de beste honden van de heer Wilton, die
belast was met de honden op de expeditie, entevens van dr Koetlitz. Ivanoff
die eerste werd in de jeugdklas en Pearlene die eerste werd in de open klas
teven op de Kennel Club Show in 1910, zijn twee van deze honden.
Nansen en Pearlene Ongelukkigerwijs gingen twee van de beste verloren bij de noodlottige
brand in Beesfield, Farningham, toen enkele zwervers de schuren in
lichterlaaie zetten. Een andere hond, Togo, bevindt zich in het Natuur
Historisch Museum, aangeboden aan die instelling door Lady Sitwel. Daar hij
naast een typische eskimohond staat, kan men het grote verschil tussen beide
types ontdekken. Behalve kapitein F.G.Jackson gebruikten ook vele andere poolonderzoekers
de honden liever dan eskimohonden, waaronder dr Nansen en de Hertog der
Abruzzen. Hun honden werden bijeengebracht door de Siberische handelaar
Trondheim, die van de koning van Noorwegen een onderscheiding voor dit werk
gekregen heeft. Trondheim Eén van die honden, uit de groep van de Hertog der Abruzzen, welke
wij Houdin noemen, werd direct uit Archangel geïmporteerd en is nog steeds in
onze kennel. In 1904 ging ik naar Australië en Nieuw Zeeland en daar zag ik enkele
van de samojedenhonden die daar achter gelaten waren door de heer
Borchgrevinck, na terugkeer van de eerste Antarctische Expeditie, die
uitgerust was door wijlen Sir george Newnes. Deze honden waren uit Siberië
meegenomen en het waren hn nakomelingen die Sir Ernest Shackleton gebruikte
op de Antarctische expeditie van 1907. Het beste exemplaar van de oorspronkelijke groep werd vele jaren ten
toon gesteld in één van de dierentuinen van Australië, Samojeden geschonken aan
capt. Scott Toen kapitein Scott dit jaar zijn zuidpoolexpeditie begon te
organiseren, zond hij de heer Mears, de Siberische reiziger, om te kijken of
enige van onze in Engeland geboren honden mogelijk bruikbaar konden zijn voor
zijn expeditie. De heer Mears bracht een gunstig verslag uit en naderhand
kozen hij en kapitein Scott enkele van de honden uit en die werden op de
Terra Nova ingescheept. Team van samojedenhonden Dit is de eerste keer dat in Engeland gefokte honden voor zo'n doel
gebruikt zijn. Eén van de reuen, Olaf, was leider van het slede-team dat we
afgelopen winter enkele maanden aan het London Hippodrome geleend hebben. Het
was een fijn en krachtig dier, zeer geliefd zowel door de staf van het
theater als door onze kinderen, maar omdat kapitein Scott een eerste klas
dekreu wilde, hebben we hem laten gaan. "Our Dogs" 9 dec 1910 coll. W.M.Clay vert. Eris Koops |