De Zuiderkruis
Expeditie Carsten Borchgrevink werd in 1864 in
Oslo geboren uit een Noorse vader en een Engelse moeder. In 1888 emigreerde
hij naar Australie waar hij als landmeter werkte, voor hij een baan bij het
onderwijs in New South Wales accepteerde. In 1894 nam hij deel aan een
commerciële expeditie geleid door Henryk Bull op de walvisvaarder Antarctic,
die in de Antarctische wateren doordrong en Cape Adare bereikte, de
westelijke toegang tot de Ross-zee. Een groep waaronder Bull en Borchgrevink ging kort aan land en claimden dat zij de
eersten waren die voet aan wal hadden gezet op het Antarctische continent,
hoewel de Amerikaanse zeehondenjager John Davis geloofde dat hij in 1821
geland was op het Antarctische Schiereiland. Borchgrevink was er van overtuigd dat
Cape Adare met z'n grote pinguin kolonie een gemakkelijke bron van vers
voedsel en brandstof vormde voor een basis voor een toekomstige expeditie om
te overwinteren en het binnenland te onderzoeken. Vastbesloten om zelf de
leider te worden van zo'n expeditie besteedde hij de volgende drie jaren
vooral aan het werven van fondsen in Australie en Engeland. Ondanks een
zekere steun van de Royal Geographical Societety waarvan hij het internationale congres in 1885 had
toegesproken, had hij aanvankelijk weinig succes. De RGS broedde zelf namelijk ook op plannen voor
een grootschalige Nationale Antarctische Expeditie, en zocht daar
financiering voor; deze zou tenslotte uitmonden in de Discovery Expeditie van
1901-1904. Borchgrevink werd door RGS voorzitter sir Clements Markham
beschouwd als een vreemde indringer en een rivaal voor het verwerven van
gelden. Borchgrevink wist uiteindelijk echter
de uitgever sir George Newnes over te halen om de volledige kosten van de
expeditie op zich te nemen, zo'n £40.000 (tegenwoordig £4mln.) Diens concurrent Alfred
Harmsworth steunde namelijk de RGS. Deze gift wekte de woede op van Markham,
want als de donatie van Newnes hun was toegevallen was dat voldoende geweest
om de Nationale Expeditie op poten te zetten. Newnes stond er op dat de
expeditie van Borchgrevink onder Britse vlag zou varen en de Britse
Antarctische Expeditie zou heten.Borchgrevink ging hier gaarne mee accoord,
hoewel in het geheel slechts twee van de deelnemers Brits waren. Dit vergrootte
de vijandigheid en afkeuring van Markham nog meer. Borchgrevink kocht de
stoom-walvisvaarder Pollux, gebouwd door de beroemde Noorse scheepsbouwer
Colin Archer, die ook de Fram voor Nansen's expeditie gebouwd had.
Borchgrevink doopte het schip om tot "Southern Cross". Met een
lengte van 45 meter en een inhoud van 520 ton was het schip bark getuigd. In
Noorwegen werd de stoommachine gerenoveerd. Hoewel Markham zich nog
laatdunkend had uitgelaten over haar zeewaardigheid, heeft het schip zich
uitstekend gehouden in de Antarctische wateren. De walploeg bestond uit Borchgrevink,
vijf wetenschappers, een arts, een kok en twee hondenmenners. Hiervan waren
er vijf Noren, twee Britten, een Australier en de hondenmenners Lappen uit
Noord-Noorwegen. De scheepsploeg bestond uit kapitein Bernard Jensen, 19
Noorse zeelieden en een Zweedse steward. Deze expeditie was de eerste die
sledehonden zou gebruiken in Antarctica. Helaas wordt er nergens iets over de
herkomst van de honden verteld. Soms worden ze samojeden genoemd, soms
Siberische sledehonden; daarnaast wordt er ook over Groenland-honden
gesproken. We zullen Borchgrevink zelf aan het woord laten over de honden: Carsten Borchgrevink
over honden blz 24 20-08-'98 De voorbereidingen waren bijna achter
de rug. Het dek van het schip was volgestouwd met sleden, kayaks,
sneeuwschoenen, ijsbijlen en voorraden en werktuigen van allerlei soort. Veel
plaats werd ingenomen door bijna 100 samojedenhonden om de sledes te trekken. blz 29 23-08-'98 De hele tijd dat de reis stroomafwaarts
duurde hielden de stoomfluiten hun inspirerende melodie vol. Bij Greenwich
stonden de oevers vol mensen. Over en weer werd gegroet en toen de Southern
Cross het jongenstrainingsschip passeerde was iedere meter bemand. Bands
speelden en de signaalhoorn liet zijn groet boven uit de mast horen en om de
harmonie compleet te maken viel het koor van de 90 uitverkoren Siberische
honden in. blz 40 aangekomen op Madeira De honden gaven een hoop last, maar
ook veel vermaak op de uitreis. Het is geen lolletje om 90 wilde beesten uit
Siberie en Groenland aan dek te hebben op een schip van slechts 276 ton, als
er zich naast de honden ook nog 31 man moeten kunnen bewegen. Door het geluid
dat ze maakten, hetzij bij een ruzie, of sentimenteel de grote tropische maan
toezingend, stelden deze trouwe kameraden het humeur van de expeditieleden
vaak zwaar op de proef. Het was echter opmerkelijk te zien hoe snel bepaalde
honden zich aan sommige mannen hechtten. En je kon vaak bemanningsleden in
een vrij uurtje met hun hond een rustig plekje zien opzoeken, onder in het
ruim of in de boeg, om hun favoriete hond rustig te knuffelen. Zembla, de beste hond in de meute was
pas zes maanden oud toen we uit Londen vertrokken, maar met een meer dan
gewone intelligentie. Sterk, en met de kenmerkende moedigheid van zijn ras,
was hij een buitengewoon goed geproportioneerde en fraaie hond. Gekleurd als
een wolf, geelachtig grijs met zwart aan het eind van de haren, zwarte punten
en schitterende donkerbruine ogen, werd hij al snel de favoriet van iedereen
aan boord, en was hij een van de weinige honden die op het achterdek
toegelaten werden. Dit realiseerde hij zich zeer snel, en wanneer ook maar
een van de minder gepriviligeerde honden per ongeluk doordrongen tot het
achterdek, was hij buiten zichzelf van verontwaardiging. Ondanks de aandacht
die deze hond voortdurend kreeg, was hij nooit verwend, en ontpopte zich als
een van de beste sledehonden. Hij raakte heel toegewijd aan mij, en ik zou
menig verhaal kunnen vertellen van de onzelfzuchtige manier waarop hij zijn
trouw toonde. Alle negentig hadden ze een naam, en
het was opmerkelijk hoe ze hun eigen naam leerden kennen. Hieronder een lijst met namen en
gewicht in kg: Zembla 17,3 Burman 23,7 (Noorse Elandhond) Fox 22,8 Tsoppis 23,7 Diggal 24,6 Old Boy 29,1 Funny Face 20,5 Squibs 12,7 Joe 15,5 Black
Fellow 22,8 Black
Beast 23,7 Truls 20,9 Gega
18,2 Chapras 14,6 The Bo's'n 23,7 Chap
17,7 Dark
Bitch 25,0 (Greenland) Gray Bitch 26,4 (Greenland) Ollo 21,4 The Snake 15,0 The Wolf 22,8 The Howler 21,8 The Cook 19,1 Hunter 18,7
Jack 18,7 Nick 21,4 Murderer 15,5 Dilco 18,2 Bear 18,7 Esquimo 17,7 en verder: Lars, Sakko, Peter, Florrie, Berita,
Hulloa, Pickles, Samson, Leif, The Watchman, Hardy, Erebus, Nansock, Nigger,
Leo en Finn. De meeste namen werden aan de honden
gegeven zonder een speciale doop-plechtigheid, en in de regel kozen de
Finnen, die toezicht hielden op de honden, namen die hun van huis uit bekend
voorkwamen. Op de heenreis hadden we in de
warmere streken aanzienlijke problemen om ze in leven te houden. Ze hadden
zwaar te lijden onder de hitte, en een aantal van hen bezweek. De stank en
het ongerief dat die negentig honden aan boord veroorzaakten is nauwelijks
voor te stellen voor iemand die het niet meegemaakt heeft. We moesten overdag
zonnetenten over hen uitspreiden en die voortdurend nat houden om het iets
koeler voor hun te maken. In zwaar weer waren ze aanhoudend nat en het zoute
water bezorgde hen een huidaandoening, zodat de dokter zijn handen er aan vol
had om ze levend de evenaar over te krijgen. Net als de anderen had de kok z'n
favoriete hond. Ik weet niet of de kok de hond uitkoos, of de hond de kok;
hoe dan ook, de hond toonde een goed oordeelsvermogen in zijn voorkeur voor
een meester. Hij scheen te weten aan welke kant z'n brood gesmeerd werd, en
de kok smeerde het voor hem. Ze raakten elkander zeer toegewijd, tot groot
vermaak van de zeelieden die het leuk vonden om die twee voor de gek te
houden, en bijvoorbeeld door de hond te verstoppen en tegen de kok te zeggen
dat hij overboord gevallen was. blz 79 07-02-'99 Op 7 februari lagen we gedurende de
nacht vast aan een ijsberg, een een prachtige berg met drie hoge pieken. De
honden waren vrijgelaten op het ijs om wat beweging te krijgen. We hebben
"Grandfather" verloren, de beste en sterkste van de hele meute. Hij
zou een reis door Groenland gemaakt hebben met luitenant Peary.
Waarschijnlijk is hij te water geraakt en was hij niet meer in staat op het
ijs te komen. We hadden al vaker gezien dat hij in grote problemen geraakte
in het water vanwege z'n lange haar, dat als het nat was hem neer drukte. blz 101 02-03-'99 Cape Adare De twee Finnen hielden toezicht op de
honden en de harnassen. Daarnaast bleken ze voortreffelijke jagers. Ik heb ze
nooit zien luieren. blz 122 05-05-'99 Tijdens de koudste periode, en
dikwijls bij stormen, doodden de honden elkaar, en aten hun dode kameraden
op. Omdat ze in wezen wolven zijn hongeren ze naar vers vlees en bloed. Aan
boord van het schip hadden ze bij gelegenheid ruzie gemaakt, maar omdat ze zo
vlak onder onze ogen waren kregen ze geen gelegenheid elkaar te doden. Aan
wal was het een andere zaak. Op de dag zelf dat we aan land gingen schenen ze
een algemene "afrekendag" te hebben. Ze vochten furieus en twee of
drie goede honden werden gedood. Het waren niet altijd de zwakste honden die
ten onder gingen in deze gevechten, vaak het tegenovergestelde. Ze schenen het met elkaar eens te
zijn om een enkele hond dagen en weken lang te boycotten, en die ene hond
kende klaarblijkelijk het gevaar daar hij in het algemeen z'n toevlucht bij
ons zocht, en was zo in paniek als hij door de anderen opgejaagd werd, dat
hij dagenlang bij het voedsel vandaan bleef. Dan, gedreven door de honger, of
even vergetend dat hij ten dode was opgeschreven, vertoonde hij zich weer,
mischien zelfs ver weg op het schiereiland of het ijs. En dan gingen de
anderen er vandoor in de achtervolging, niets kon hen tegenhouden. Zwepen
waren nutteloos, de geboycotte hond was gedoemd. Ze stortten zich op hem en
voor iemand iets kon doen werd hij door veertig of vijftig kameraden in
stukken gescheurd. Zelfs als we de gelegenheid hadden was het geenszins
makkelijk een hond te ontzetten die zo in het nauw gebracht werd. Een aantal
van onze beste honden werden op de beschreven manier gedood. blz 130 18-05-'99 De honden hadden voor een groot deel
last van bevroren voeten. Ondanks de kou zijn er zes pups geboren, ze
schijnen het goed te doen onder de sneeuw. blz 131 01-06-'99 Op de eerste juni hadden de honden
niet minder dan 16 mooie sterke pups. blz 134 17-06-'99 Bij verschillende gelegenheden zag ik
de grote genegenheid die groeide tussen de stafleden en de honden die ik hen
gaf. Dhr Fougner was erg weg van een pup die hij had, met de naam Halloa. We
plaagden hem daar soms mee en ik herinner me goed hoe diep en reëel zijn
verdriet was toen het hondje stierf. We ontdekten later dat hij met veel
moeite en hard werk in de grond gegraven en gehouwen had tot hij een passende
laatste rustplek voor zijn pup gevonden had. Hij dekte het netjes toe en
zette er een paal op als herkenningsteken. Hij dacht klaarblijkelijk dat dit
byzondere teken van genegenheid door ons niet opgemerkt was, en toen ik later
zinspeelde op het voorval antwoordde hij blozend dat hij het uit mededogen
voor de andere honden gedaan had. "Ze hadden de pup mischien opgegegeten
en waren dan zelf ook ziek geworden." Maar wij die wisten hoe weekhartig
hij was en hoeveel hij van de jonge hond hield, schreven zijn daad aan edeler
motieven toe. blz 135 30-06-'99 Op de dertigste juni keerde een van
onze sledehonden terug na bijna twee maanden zoek geweest te zijn. Het meest
opmerkelijke was dat hij in goede conditie verkeerde toen hij terug kwam.
Waarschijnlijk was hij de zee op gedreven op het pakijs toen dat gedurende
een storm opbrak, en had hij aan de rand van het pakijs in een overvloed van
pinguinvlees geleefd, tot hij over de bevroren zee terug kon keren. blz 141 21-07-'99 Om meer informatie te verzamelen
vertrok ik op de 21ste om 12 uur 's middags uit Camp Ridley. Ik had dhr
Fougner bij me en beide Finnen. Dertig honden trokken onze sledes. Het is
moeilijk je goede humeur te bewaren als je een span honden drijft, in het
byzonder als het ijs ruw, de last zwaar en de temperatuur laag is. Er zijn
gevallen waarbij de meest kalme en rustige karakters aanvallen van blinde
woede krijgen, en strenge maatregelen nodig zijn als je nog enigzins vooruit
wilt komen. Soms, wanneer twee teams van zo'n twaalf honden elk naast elkaar
lopen, zal een wilde hond in het ene team een vijand in het andere team
ontdekken. En ook al vond je het tot nog toe moelijk de honden in beweging te
krijgen, zal je opeens merken dat ze het gewicht van de slede totaal negeren
en vliegen de twee teams als de bliksem op elkaar af, en voor je in staat
bent tussenbeide te komen , vormen ze één verwarde massa van riemen, honden,
voorraden, touwen en sneeuw. Als je tenslotte met behulp van de
zweep en hard schreeuwen in staat bent de honden tot bedaren te brengen en met
veel trekken en douwen, snijden en knopen er in slaagt om de verschillende
delen van het tuig uit de hoop te rekken, gaan ze weer door met bijten en
blaffen, nog erger dan eerst. Na een lange dagmars, als de temperatuur en het
weer je al tot het uiterste op de proef gesteld hebben zijn zulke incidenten
in staat de meest stabiele karakters van de expeditie uit hun evenwicht te
brengen. blz 159 28-07-'99 Rond middernacht kwamen we een
Weddel-zeehond tegen, die gedood werd om de honden te voeren. blz 160 De kleine donkere vlek die wij
vormden in die grote witte velden werd uitgewist. Mannen, honden, sledes,
alles verdween, en de Antarctische storm vond niets anders dan koude witte
eenzaamheid toen hij over ons heen raasde. De honden waren volledig ondergesneeuwd
en vastgevroren aan het ijs. Sommigen van hen hadden hun tuig doorgeknaagd,
maar konden zich nog steeds niet bewegen omdat hun vacht vastgevroren was. blz 170 10-09-'99 De honden waren van onschatbare
waarde voor ons op deze reizen. We voedden ze voornamelijk met zeehondenspek
en vlees. Aan de kust bemachtigden we voldoende vis zowel voor onderzoek als
voor voedsel.
blz 175 11-09-'99 Een jonge hond die onze sledes
gevolgd was, viel in een gletcherspleet. We hoorden hem huilen en gingen op
zoek. De meesten van ons hadde hem al opgegeven toen ik door m'n verrekijker
een van de Finnen op het midden van de gletcher ontdekte. Hij lag platop het
ijs, en keek blijkbaar in de gletcherspleet. We zagen er maar een van hen, en
dachten eerst dat de ander mischien verongelukt was. We zagen hen weldra
samen naderen met de verloren hond tussen hen in. De dappere trouwe kerels
hadden veel geriskeerd om die hond te redden. Heel onverstandig waren ze niet
met een touw gezekerd, ze hadden zelfs helemaal geen touw bij zich, maar toen
ze de hond in de gletcherspleet ontdekten, op een sneeuwrichel zo'n 4 meter
lager, maakten ze hun riemen los, knoopten die aan elkaar. Toen liet Savio de
andere Fin Must in de spleet zakken, waar hij hem gelukkig met de hond weer
uit kon trekken. de spleet was breed en scheen erg diep, en als de hond niet
op een richel geland was, zou hij zeker 25 tot 30 meter diep gevallen zijn. blz 194 01-11-'99 De Groenland teven hebben elk een
half dozijn puppy's gekregen, en ze doen het heel goed. Het was opmerkelijk
de verschillen te zien tussen het gedrag en gewoontes van de Groenlandhonden
en hun Siberische broeders. De eersten zijn veel wilder en mengen zich zelden
onder de andere honden, noch hechten ze zich zo aan mensen als de Siberische honden.
blz 203 11-11-'99 Op de 11de november was ik 's avonds
onderweg toen mijn slede door het ijs brak en slechts met veel moeite lukte
het Musti en mij om het team en de uitrusting te redden. De slee ging
rechtdoor, maar een runner hing over de rand van het ijs. We haalden zo snel
mogelijk de twaalf honden van de andere slee, haakten ze vast aan de half
ondergedompelde slee en door keihard te trekken brachten we hem weer op het
ijs. Maar het was duidelijk dat reizen over het ijs rond deze tijd gevaarlijk
begon te worden. blz 247 27-01-'00 Op de 27ste nam ik Savio en twee
kayaks mee, en voedsel voor ongeveer een week. Ik wilde een hondenspoor
onderzoeken wat ik gevonden had op de oosthelling van de bergrug op Cape
Adare. Het werd ons al snel duidelijk dat
dit spoor, hoewel zonder twijfel achtergelaten door een hond, niet van een
hond was die tot onze meute behoorde. Zo scherp worden je zintuigen als je in
een kleine gemeenschap woont zo ver van de bewoonde wereld, en je dagelijks
de natuurkrachten moet bevechten die je overal tegenkomt. We volgden het spoor en paar mijl
langs de baai en vonden dat het niet terugkeerde, maar leidde naar een grote
gletcher. Ik maakte de gevolgtrekking
dat de hond die dit spoor achterliet toebehoord moest hebben aan de Southern
Cross of een ander schip in de nabijheid van Victorialand. Na de terugkeer
van de Southern Cross werd mij verzekerd dat het schip rond die tijd vlak bij
Cape Adare was geweest, en dat ze twee honden op het pakijs kwijt geraakt
waren. blz 292 06-03-'00 Aan boord op de terugweg. Op de 6de maart hadden we een zware
storm uit west-noordwest. Er stond een zware woelige zee. Een van de honden
spoelde overboord, en de ruwe zee belemmerde ons om hem te redden. Arme
trouwe kerel, hij deed zo z'n best; soms sprong hij bijna uit het water als
hij op een golftop zat, en hield zijn intelligente ogen gericht op de
achtersteven van de Southern Cross als of hij haar probeerde te volgen.
Weldra werd hij door de golven verzwolgen. blz 292 30-03-'00 Op 30 maart kwamen we rond
middernacht aan bij Paterson's inham op Stewart Eiland. Later stoomden we door tot de
Halvemaanbaai, waar een kleine nederzetting met huizen is genaamd Oban.
Gedurende ons verblijf hier probeerde ik een regeling te treffen om de honden
aan land te zetten op Native-Eiland, een klein eiland in de buurt van Stewart
Eiland, mits we daartoe toestemming kregen van de Nieuw Zeelandse regering. blz 295 03-04-'00 Op 3 april bracht dhr Ward me op de
hoogte dat hij contact had gehad met zijne excellentie dhr Seddon, de premier
van Nieuw Zeeland, dat hij toestemming had gekregen van de regering om de
honden op Native Eiland aan land te zetten. Na kapitein Jensen instructies te
hebben gegeven om direct na het aan land brengen van de honden naar Hobart
door te varen, vertrok ik met de Mokoia naar Hobart. vert.
Eris Koops First on the
Antarctic Continent, ISBN 978-1108-07188-8 (bol.com) |